© Reproductierecht onder strikte voorwaarden
© Reproductierecht onder strikte voorwaarden
Charleroise Steenweg 91-91a
Bronstraat 92-94
Identificatie
- ID
- 1790
Administratieve gegevens
- Onderzoek en redactie
- 1997-2004
- Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie
(Sint-Lukasarchief 1979)
Kenmerken
- Ontwerper(s)
- Jean & Pierre CARSOEL (1888 - aannemer)
- Stijl(en)
- Eclectisme
- Neoclassicisme
Beschrijving
Hoekhuis in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. inslag n.o.v. en i.o.v. gebroeders aannemers Jean en Pierre Carsoel, 1888. Ter vervanging van landhuis in neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. stijl (1852).
Drie bouwlagen en vier symmetrische traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op Charleroisesteenweg; in Bronstraat onregelmatige indeling met blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. muur, middenrisaliet met drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel met afgeschuindeSchuine vlakke kant aan een houten of stenen bouwonderdeel. hoek en op hardstenen sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel.. Op Charleroisesteenweg benedenverdieping met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen). en twee brede rondboogvitrines (1949). Op verdieping rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Op eerste verdieping vlakke vensteromlijstingen onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.; centraal met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en neutenfries; centrale balkons gesloopt en verbouwd tot Franse balkonsBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. met smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. (1949). Op tweede verdieping geprofileerde vensteromlijstingen. Schuin muurvlak op verdieping tussen geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Bronstraat met dezelfde compositie, behalve op benedenverdieping. ToegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met hardstenen deuromlijsting onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en geflankeerd door oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster. met spuwerUitmonding van een goot of waterbekken waarlangs overtollig water wordt afgevoerd.; op verdieping onregelmatig aangebrachte venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. ArchitraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden. en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. MansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met op Charleroisesteenweg twee centrale dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en twee laterale oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... van vitrines met smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… waaierWaaiervormige roedeverdeling van een bovenlicht, in houtsnijwerk of in smeedijzer..
GASG/DS 23 (1852), 1908 (1888), 3 (1949).