Bronstraat 55, 57

Ensemble van twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. woningen in neo-Vlaamse renaissancestijl n.o.v. arch. Albert Dumont, 1888.

Drie bouwlagen en één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op verdiepingen. Bakstenen gevels met witstenen elementen. Rechthoekige, rond- of korfboogvormige muuropeningen onder archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.. Op benedenverdieping deur onder rondboogvormige impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. en verbonden door kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels. met korfboogvenster. Op eerste verdieping vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder boogveldEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …). met maaswerk en gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Trapgevels met gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken. met toppilasterOverhoekse pilaster ter bekroning van gevel.; beide gevels gescheiden door toppilasterOverhoekse pilaster ter bekroning van gevel..