Typologie(ën)
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1911
Stijlen
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Groot huis in eclectische stijl, 1911.
Vier bouwlagen en twee ongelijke, verspringende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Lichtgekleurde bakstenen gevel met hardstenen elementen. Vleugeldeur onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., op benedenverdieping gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd., in toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. hoge bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling. In hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. balkons van verschillende vormen met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. of smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..
Bronnen
GASG/DS 300 (1911).