Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Gustave DESTEINBACHBERICKaannemer, architect1898

Stijlen

Eclectisme

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 788
lees meer

Beschrijving

Huis in eclectische stijl met polychroom parementGangbaar geveltype in België tussen 1890 en 1914, gekenmerkt door een speelse verwerking van kleurrijke materialen en tal van ornamenten; vaak gevels met een asymmetrische compositie. en asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. van twee bouwlagen n.o.v. arch. Gustave Desteinbachberick, 1898.

Hardstenen sokkel. Bakstenen gevel Gobertange en hardstenen elementen. Balkon op hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. Opengewerkte deur onder impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.. CementtegelsTegel op basis van cement, vaak polychroom versierd en gebruikt voor vloeren, friezen en borstweringen. op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Mansarde met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., op hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. met gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., rechts als œil-de-bœuf tot in 1936.

Bronnen

Archieven
GASG/DS 1193 (1898), 180 (1936).