Onderzoek en redactie

1997-2004

 

Bekijk de weerhouden gebouwen

Van Bareel van Sint-Gillis volgens noord-zuidas naar gemeente Alsemberg. Tot en met nr. 139 en 156 op grondgebied van Sint-Gillis. Doorkruist gemeentes Vorst, Ukkel, Linkebeek en Beersel.

Geografische benaming. Op kaart van Jacques Van Deventer (ca 1550-1554) reeds als lange kronkelende landweg van Hallepoort naar het zuiden. Eerste gedeelte tussen Bareel van Sint-Gillis en ‘Calevoet' aangelegd tussen ca. 1726 en 1730, waarschijnlijk gedeeltelijk bestaande tracé volgend. In 1740 verlengd tot in Alsemberg. Volgens kaart van 1766 (volgens Vernier, L., 1949, p. 109) vormt Alsembergsesteenweg oorspronkelijk één geheel met gedeelte van huidige Waterloosesteenweg tussen Hallepoort en huidige Bareel. Vanaf 1830 provinciale weg.

In kadastrale atlas van 1837 (Ph. Vandermaelen) nog zonder bebouwing. Op plan van Victor Besme van midden XIX (volgens Vernier, L., 1949, p. 42) eerste, vrij schaarse constructies. Oudste drie bewaarde bouwvergunningen van 1853, 1862 en 1863. Meerderheid van gebouwen van XIXc, na bestrating in 1870 en aanleg van riolering in 1872. Eerste constructies zijn woningen. Vanaf 1895, doorgangsstraat voor elektrische tram van Zuidstation naar Ukkel-Globe; dit leidt tot intensieve handelsactiviteiten. Tal van benedenverdieping omgebouwd tot winkelpuien; in loop van tijd – vooral in bloeiperiode voor handel tussen 1940 en 1970 – meermaals verbouwd; laatste decennia zekere teruggang.

Alsembergsesteenweg (Verzameling postkaarten Dexia Bank, ca 1930).
Alsembergsesteenweg (Verzameling postkaarten Dexia Bank, ca 1930).

Meeste gevels in neoclassicistische stijl, onder mee op nr. 5 (1863); nr. 11 (1864); nr. 14 en 16 (1853), bijzondere oude identieke huizen met sobere brede gevels; nr. 32 (1896); nr. 46-46a (1902); nr. 57-57a (1882) op hoek met Villalaan; nr. 81, 83 en 85, drie identieke huizen (aannemer Hector Deprez et fils, 1902); nr. 92 en 94 (1904); nr. 118 (1875); nr. 120 (1875); nr. 122 (1899) bekleed met keramische tegels (arch. André Watteyne, 1941); in dezelfde stijl, maar van onbepaalde datum: op nr. 7, 22, 53 en 55, identieke huizen; nr. 68-70; nr. 86; nr. 88; nr. 91, met bouwlaag verhoogd en voorpui (arch. Maurice Vander Elst, 1932) en nr. 154. Andere huizen in neoclassicistische stijl*gewijzigd: op nr. 90 (1875) gedecapeerd; nog andere bekleed met briketten: nr. 3 (1863); nr. 8-10 (1873); nr. 11 en 13 (1864); nr. 15 (1897); nr. 20 (1864); nr. 24 (1872) bekleed in 1942, maar bewaarde winkelpui van 1908; nr. 26 (1872); nr. 28 (1896); nr. 47 (1875) bekleed in 1941; nr. 50 (1901); nr. 62 (1862); nr. 74-74a (1871); nr. 80 (arch. Jean-Baptiste Mesmaeker, 1887); nr. 95 (1892); nr. 116 (1876); nr. 124 (1899); nr. 150-152 (1898) bekleed in 1947 en nr. 156 (1898). Data van bouwvergunningen van meerdere huizen in neoclassicistische stijl* en met briketten bekleed zijn onbekend: nr. 6, 12, 19 verhoogd (1949), 33-35, 39 tot 45 nu samengevoegd tot één gebouw, 49, 51, 58, 59, 61, 63 en 82. Andere gevels opnieuw bepleisterd met schijnvoegen, namelijk op nr. 21; nr. 64 en 73, allebei met mansarde, respectievelijk van 1934 en 1953; nr. 76 (1871); nr. 79 (1892); nr. 84 (1871). Huizen in neoclassicistische stijl nu voorzien van modernistisch vensterregister, maar nog herkenbaar aan oude kroonlijst: op nr. 9 (1864); nr. 60; nr. 78; nr. 93 (1892); nr. 69 en 71 (allebei van 1875) gerenoveerd in eclectische stijl.

Talrijke huizen in eclectische stijl met polychroom parement en grotendeels met asymmetrische compositie gebouwd rond eeuwwisseling, namelijk op nr. 18 (arch. Pierre De Gieter, 1914); nr. 96-96a en Savoiestraat nr. 59 (arch. Jean Maelschalck, 1903); nr. 101 (1913); nr. 126 (1899); op nr. 130-132 met neoclassicistische inslag (arch. A. Sarot, 1899) vormt hoek met A. Bréartstraat nr. 153-155.

Deze woningen vaak als ensemble gebouwd zoals onder meer nr. 115 tot 121, vier eclectische huizen van 1888, twee aan twee volgens spiegelbeeldschema, maar verstoord door verhoging van nr. 115 (1928) en van nr. 117 (1935) en door bekleding met briketten op nr. 121 (1953); nr. 140 tot 146: relatief goed bewaard huizenensemble van 1903, maar benedenverdieping verbouwd tot handelsruimten: op nr. 142 (arch. A. Foidart en P. Van Eyck, 1938), nr. 146 (arch. Henr.i De Saedeleer, 1935), nr. 140 en 144 (arch. Robert Herpain, respectievelijk van 1937 en 1936), op nr. 144 vrij goed bewaarde winkelpui bekleed met groene en zwarte tegels, momenteel wit geschilderd, met rechts toegangsdeur in pakketbootstijl.

Elders andere interessante winkelpuien: nr. 17 (1875) pui bekleed met faïencetegels (arch. Charles De Wys, 1938); nr. 26 art-decopui (arch. Louis Deltombe, 1933); nr. 30 (1896) modernistische pui in groene mozaïek met impostvenster met inscriptie ‘Spécialités orthopédiques' (arch. bureau Sinceritas, 1947); nr. 54-54a (zie dit nr.), op hoek met A. Demeurlaan, beschikt over een handelsruimte sinds 1894.

Rond Albertplein vele huizen gemoderniseerd in art deco: nr. 37, gevel van eind XIX, in 1929 herbekleed door arch. Pierre De Gieter; nr. 56 (aannemer Jean-Baptiste Carsoel, 1863), nieuwe bepleistering in art deco (arch. Pierre Netels, 1928); nr. 105 gevel van eind XIX, herbekleed in 1935. Op nr. 135 en 137-137a, twee identieke gebouwen in art deco (aannemer Gabriel Duhoux, 1924); winkelpuien respectievelijk in 1964 en 1965 gemoderniseerd.

Verder enkele opbrengsthuizen. Oudste op nr. 36-36a-38 van 1911, met bouwlaag verhoogd (1924). Meeste opbrengsthuizen van na W.O. II en meestal van bescheiden omvang (ca 7 m breed, met drie tot vijf bouwlagen), onder meer nr. 4 (1946); 23-25 (1951); 34 (1938); 67 (1967); 110 (arch. Robert Swaelens, 1961); 112 (1931) in eclectische stijl met art-deco-elementen; 131 (arch. Pierre De Gieter, 1926) met moderne aluminium winkelpui; 133 (arch. Pierre De Gieter, 1924); 135 en 137 (aannemer Gabriel Duhoux, 1924); 136 (arch. Robert Lemaire, 1945) met vervangen winkelpui (arch. Robert Nève, 1978), nr. 138 (arch. Jean Tombeur, 1961).

Meerdere recente gebouwen: nr. 114 n.o.v. arch. Jean-Pierre Debaise, 1990, vervangt huis van 1877; nr. 123 (1862) vergroot en met bouwlaag verhoogd (arch. Georges Servais, 1929), benedenverdieping en gevel aangepast ten behoeve van bank (1981).

Bronnen

Archieven
GASG/DS 3: 176 (1863); 4-6: 164 (1946); 5: 240 (1863); 8-10: 1895 (1873); 9: 269 (1864); 11: 269 (1864); 14 en 16: 3675 (1853); 15: 982 (1897); 17: 3256 (1875); 18: 6/4 (1853); 19: 19 (1949); 20: 309 (1864); 23, 25: 123 (1951); 24, 26: 648 (1870), 26: 51 (1933); 28, 30, 32: 611 (1896); 30: 106 (1947); 34: 319 (1938); 36-36a-38: 150 (1911), 366 (1926); 37: 327 (1929), 130 (1941); 44: 21 (1905); 46: 202 (1902); 47: 3351 (1875); 50: 166 (1901); 56: 188 (1863), 324 (1928); 57-57a: 203 (1882); 62: 127 (1862); 64: 6 (1934); 69: 3300 (1875); 71: 3301 (1875); 73: 157 (1953); 74-74a: 1097 (1871); 76: 1230 (1871); 79: 310 (1892); 80: 2125 (1873); 81, 83, 85: 392 (1902); 84: 1229 (1871); 90: 2821 (1875); 91: 27 (1932); 92, 94: 145 (1904); 93: 3077 (1892); 95: 2955 (1892); 96-96a: 183 (1903); 101: 316 (1913); 105: 75 (1935); 110: 42 (1961); 112-114: 1347 (1877); 114: 77 (1990); 115 tot 121: 1844 (1888), 251 (1928), 82 (1935), 197 (1953); 116: 3890 (1876); 118: 3160 (1875), 123 (1961); 120: 3221 (1875); 122, 124: 1737 (1899); 123: 911 (1862), 489 (1929), 7 (1981); 126-128:1737 (1899); 130-132 en A. Bréartstraat 153-155: 1569 (1899); 135-137: 105 (1924), 133 (1924), 71 (1964), 46 (1965); 136: 178 (1863), 17 (1978); 138: 50 (1961); 140 tot 146: 95 (1903); 140-140a: 231 (1937); 142-142a: 268 (1938); 144-144a: 256 (1936); 146: 209 (1935); 150-152: 1153 (1898), 203 (1947); 154, 156: 149 (1898).
Verzameling postkaarten Dexia Bank.

Publicaties en studies
Saint-Gilles Ensembles urbanistiques et architecturaux remarquables, ERU asbl, Brussel, 1988, p. 35.
VERNIERS, L., Histoire de Forest-lez-Bruxelles, éd. De Boeck, Brussel, 1949, pp. 105-111, 212.

Tijdschriften
DONS, R., “Les voies de communication à Obbrussel-Saint-Gilles jusqu'au début de 1840 (2e partie)”, Le Folklore brabançon, 272, 1991, pp. 341-345.