Typologie(ën)
Ontwerper(s)
Léon JANLET – architect – 1910
Stijlen
Inventaris(sen)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Sint-Gillis (DMS-DML - 1997-2004)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Huis in eclectische stijl met polychroom parementGangbaar geveltype in België tussen 1890 en 1914, gekenmerkt door een speelse verwerking van kleurrijke materialen en tal van ornamenten; vaak gevels met een asymmetrische compositie. en asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., gesigneerd op sokkel: “L(éon) Janlet, architecte”, 1910.
Witte bakstenen gevel met elementen in rode en gele baksteen en simili-natuursteen. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met hardstenen breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen.. Opengewerkte vleugeldeur onder latei op kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog. en impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met glas-in-lood. Getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., in twee eerste bouwlagen met kordonvormende archivoltenGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.; in derde bouwlaag onder lateien op kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog. en ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.. In hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. op verdiepingen drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.; in tweede bouwlaag balkon met vervangen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Garage (1949).
Bronnen
Archieven
GASG/DS 229 (1910), 85 (1949).