Typologie(ën)

opbrengsthuis
bijgebouwen

Ontwerper(s)

Michel MAYERÈSarchitect1905

Jean CAPETTEarchitect1909

Auguste JEANNINarchitect1909

Paul CAUCHIEarchitect, sgraffitoschilder1909

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2013-2014

id

Urban : 23347
lees meer

Beschrijving

Geheel van vier analoge opbrengsthuizen in eclectische stijl, twee per twee identiek, in 1905 ontworpen door architect Michel Mayerès, nr. 47 en 49 voor eigen rekening. In datzelfde jaar ontwierp deze architect, eveneens voor hemzelf, twee achterliggende gebouwen in de parallelle straat (zie nr. 160, 162 Warmoesstraat). De werken voor de huizen in de Wijnheuvelenstraat werden zonder vergunning aangevat en werden overgenomen door architect J. Capette (nr. 43 en 45) en architect Auguste Jeannin (nr. 47 en 49) – deze laatste huizen voor rekening van markies1. Beglaasde metalen of houten afdak; 2. Opvouwbaar zonnescherm boven raam of deur.  de Grellet – architecten die in 1909 elk nieuwe plannen indienden om het oorspronkelijke project te voltooien.

Gevels in rood- en grijsgekleurde baksteen met hardstenen elementen. Opstanden van vier bouwlagen met symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geflankeerd door kolossale getrapte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. die op de benedenverdieping rondboogarcades vormen. Muuropeningen in deze bouwlaag met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdiepingen onder I-balkIJzeren latei met I-profiel., bekroond door een sgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). met art-nouveaudecor gerealiseerd door Paul Cauchie; sgraffiti verbleekt op nr. 43 en 45, verdwenen op nr. 49; een sgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). op nr. 47 stelt een monogram met markiezenkroon voor. Op de eerste verdieping, laterale glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. KroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op fijne consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. bewaard. Deuren bewaard, met uitzondering van die op nr. 49.

Achter elk huis staat een lang achtergebouw. Twee gebouwen aan de achterzijde van het perceel, het gebouw achter nr. 47 en 49 oorspronkelijk een lustpaviljoen uit 1909 dat in verbinding stond met nr. 160 Warmoesstraat.

Op nr. 43 en 45, centraal balkon en Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. en smeedijzeren traliewerk; borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van het balkon op nr. 43 vervangen.
Op nr. 47 en 49, centrale gemetselde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door een terras met stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..

Bronnen

Archieven
GAS/DS 43, 45: 58-43-45; 47, 49: 58-47-49.

Publicaties en studies
ARIJS, H., Paul Cauchie (1875-1952): tussen feit en fictie. Biografische aanzet: beginjaren en carrière als decorateur-entrepreneur tijdens de art-nouveauperiode (licentiaatsverhandeling Kunstwetenschappen en Archeologie), 3 vol., VUB, Brussel, 2010-2011, catalogus (vol. 3), cat. 22, pp. 40-41.