Typologie(ën)
herenhuis
bijgebouwen
bijgebouwen
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1881-1892
Stijlen
Neoclassicisme
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2013-2014
id
Urban : 23355
Beschrijving
Herenhuis in neoclassicistische stijl, jaren 1880.
Opstand van drie bouwlagen en vier gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Benedenverdieping geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Verdiepingen met verdiepte schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren., de eerste achter een doorlopend balkon met balustradeHekwerk van spijlen of balusters., op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met leeuwenkop. Souterrainvensters met pilastervormige stijlen. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping bekroond door een versierde cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd.. Toegangsdeur op de derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), inrijpoort op de laatste, elk bekroond door een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Inrijpoort naar een langwerpig achtergebouw. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en toegangsdeur bewaard.
Opstand van drie bouwlagen en vier gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Benedenverdieping geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Verdiepingen met verdiepte schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren., de eerste achter een doorlopend balkon met balustradeHekwerk van spijlen of balusters., op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met leeuwenkop. Souterrainvensters met pilastervormige stijlen. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping bekroond door een versierde cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd.. Toegangsdeur op de derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), inrijpoort op de laatste, elk bekroond door een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Inrijpoort naar een langwerpig achtergebouw. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en toegangsdeur bewaard.
Bronnen
Kaarten / plannen
Bruxelles et ses environs, Militair Cartografisch Instituut, 1881.
Bruxelles et ses environs, Militair Cartografisch Instituut, 1893.