Typologie(ën)

woning met kunstenaarsatelier

Ontwerper(s)

Victor HORTAarchitect1894

Louis VAN HOVEarchitect1965

Stijlen

Brutalisme

Onderzoek en redactie

2013-2014

id

Urban : 22786
lees meer

Beschrijving

Voormalig atelier van beeldhouwer Godefroid Devreese, in 1894 ontworpen door diens vriend architect Victor Horta, en in 1965 ingrijpend verbouwd in brutalistische stijl door kunstschilder en beeldhouwer Raymond Huyberechts, samen met architect Louis Van Hove.

Geschiedenis

Oorspronkelijk, bakstenen gevel van twee bouwlagen met hardstenen elementen. In de lage benedenverdieping bevond zich een toegang tussen twee getraliede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., op de verdieping een grote centrale glaspartij die de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbrak.

Interieur. De vestibule, geflankeerd door een salon en een wachtzaal, leidde via een trap naar een groot atelier dat door muuropeningen in de achtergevel werd verlicht. Vandaaruit vertrok een dubbele houten trap naar een tweede atelier als mezzanine boven de vertrekken op de benedenverdieping. Een derde atelier, dat vanuit het tweede toegankelijk was, werd vóór 1935 aan de binnenplaats achteraan gebouwd. Devreese bewoonde het gebouw tot aan zijn dood in 1941. Een jaar later liet de nieuwe eigenaar, de beeldhouwer Eugène De Bremaecker, de mezzanine verbouwen tot woonvertrekken door architect Franz Hartjens; er werden zijvensters geplaatst en de glaspartij werd vervangen door een arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. met een klein vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder een bas-reliëf van een vrouwenfiguur. In 1965 begonnen Huyberechts en zijn architect het geheel te herbouwen; ze bewaarden enkel, tussen de gemeenschappelijke tussenmuren, het oorspronkelijke houten gebinte, dat twee T-vormige zadeldakenDak met twee hellende dakvlakken. achter een kort platform vormt.

Vleugelsstraat 71, oorspronkelijke opstand (GOSLAR, M., [i]Victor Horta. 1861-1947. L’homme – l’architecte – l’Art nouveau[/i], Fondation Pierre Lahaut – Fonds Mercator, Anvers, 2012, p. 122).


Beschrijving

Bijna blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. gevel bestaande uit muurvlakken in “briques lustrées de ton sépia” [glanzende bakstenen in sepiatint] en banden gepolijst beton. Op de benedenverdieping, brede houten garagepoort naast een beglaasde toegangsdeur en een betonnen, gegroefde muurdamParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag.. Op de verdiepingen, twee fijne vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. die worden doorbroken door het uiteinde van betonnen balken waarop, in de hoogste bouwlaag, een zware kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). rust. Houten raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn..

Interieur. De oude interieurindeling is grotendeels bewaard gebleven maar is verwerkt in een expressionistische structuur van zichtbare betonnen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) en balken met overstekken. Vooraan geven een kelderverdieping en drie plateaus toegang tot het grote centrale atelier, dat als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. is behandeld: van beneden naar boven, eetkamer en keuken, hal en ruimte voor een auto, kantoren, een kamer en badkamer. Een bassin – thans droogstaand – scheidt de onderste bouwlaag van het atelier. Net als vroeger geeft dat atelier op de tuinen van het huizenblok uit, en het wordt nog altijd verlicht door een grote rechthoekige lichtschacht die vanaf de achterste dakhelling vertrekt. Op de plaats van de oude binnenplaats loopt een overhangende leefruimte onder plat dak naar het atelier. Aan die kant wordt de cilinder van een lichtschacht verlengd tot voorbij het dak, en hij dient als lichtkoker dankzij een muuropening die naar de achtermuur van het huis is gericht. Het derde atelier van Devreese op de hoek achteraan rechts is vervangen door een werkruimte met zenitale verlichting via drie lichtkokers. De circulatie binnen het gebouw wordt verzekerd door loopbruggen gemaakt van planken en door houten trappen zonder leuning, vaak overhangend. Met uitzondering van de stoelen is ook het meubilair opgehangen.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 7-71.

Publicaties en studies
GOSLAR, M., Victor Horta. 1861-1947. Leven – Werk – Art nouveau, Mercatorfonds, Antwerpen, 2012, pp. 123-124, 555.
VAN SANTVOORT, L., Het 19de-eeuwse kunstenaarsatelier in Brussel (doctoraatsscriptie, afdeling Kunstgeschiedenis en Archeologie), VUB, Brussel, 1995-1996, Corpus Deel D, 1894/1.