Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

Charles CASTERMANSarchitect1909

Stijlen

Eclectisme
Neorenaissance

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 21002
lees meer

Beschrijving

Herenhuis in eclectische stijl met renaissance-invloed, ontworpen in 1909 door architect Charles Casterman voor twee juffrouwen waarvan ingenieur Alfred Nyst de voogd was.

Bakstenen en witstenen gevel van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), elk onder topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. Linkertravee van drie bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken., rechtertravee van vier bouwlagen, in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. dat de kromming van de square volgt. Op de benedenverdieping, vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en grote deur in glas en smeedijzerTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… links, twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. rechts. Op elke traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. op één imposante consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., links over één bouwlaag, rechts over twee, bekroond door terrassen met stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., respectievelijk opengewerkt en met balustersVaasvormige spijl van een borstwering., voor twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. en een tweeledige glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat.. TopgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met afgeronde aandaken, geflankeerd door een balustradeHekwerk van spijlen of balusters.; gevarieerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en topstukken. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen. Traliewerk en deur bewaard.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 274-43.