Typologie(ën)
werkplaats (ambachtelijk)
burgerwoning
loods
burgerwoning
loods
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1905
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
Onderzoek en redactie
2013-2014
id
Urban : 23309
Beschrijving
Burgerhuis in eclectische stijl met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., 1905.
Opstand van vier bouwlagen, de laatste in 1935 in dezelfde stijl toegevoegd, ter vervanging van een mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. (n.o.v. architect P. Van den Borsch). ToegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.. Hardstenen benedenverdieping; verdiepingen in witgetinte baksteen met hardstenen elementen, De meeste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder latei en ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast., met archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. op de hogere verdiepingen. De monelenStenen vensterstijl. en sommige stijlen zijn pilastervormig. Muuropeningen op de benedenverdieping geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).: een getralied vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en een deur onder zware I-balkIJzeren latei met I-profiel., een inrijpoort naar een achtergebouw dat oorspronkelijk als magazijn en werkplaats dienstdeed. Op de verdiepingen, linkertravee geflankeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. in de middelste bouwlagen. Op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op metalen korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. verankerd in de latei van de deur en bekroond door een terras met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Deur en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. op de benedenverdieping bewaard.
Opstand van vier bouwlagen, de laatste in 1935 in dezelfde stijl toegevoegd, ter vervanging van een mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. (n.o.v. architect P. Van den Borsch). ToegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.. Hardstenen benedenverdieping; verdiepingen in witgetinte baksteen met hardstenen elementen, De meeste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder latei en ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast., met archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. op de hogere verdiepingen. De monelenStenen vensterstijl. en sommige stijlen zijn pilastervormig. Muuropeningen op de benedenverdieping geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).: een getralied vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en een deur onder zware I-balkIJzeren latei met I-profiel., een inrijpoort naar een achtergebouw dat oorspronkelijk als magazijn en werkplaats dienstdeed. Op de verdiepingen, linkertravee geflankeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. in de middelste bouwlagen. Op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op metalen korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. verankerd in de latei van de deur en bekroond door een terras met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Deur en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. op de benedenverdieping bewaard.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 234-134.