Typologie(ën)

opbrengsthuis
historische lift

Ontwerper(s)

Willy MINNIGHarchitect1913

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
  • Inventaris van de historische liften (Homegrade - DPC)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Landschappelijk
  • Technisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 20631
lees meer

Beschrijving

Opbrengsthuis in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., gesigneerd op de benedenverdieping “W. J. MINNIGH / ARCHITECTE” voor eigen rekening, 1913.

Bepleisterde gevel met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. op de benedenverdieping en imitatievoegen op de verdiepingen. Symmetrische gevel van vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen en vier bouwlagen onder pseudomansarde en plat dak. PilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. op de verdiepingen, doorlopend  onder topstuk op de attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. ; de centrale pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. vormt de schoorsteenpijpHet boven het metselwerk of dak uitstekende deel van een schoorsteen.. Centraal, drie deuren in drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., de grootste met grote sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. in een cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd., die aan de zijkant onder ovale oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. Zijtraveeën voorzien van gebogen balkons, het eerste op drie consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., de twee volgende op één consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.; smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Gebeeldhouwde bloemenversiering. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  deels bewaard. Deuren met getraliede bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden..

Twee appartementen per verdieping, met een lang achtergebouw. Toevoeging van een Jaspar lift in het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. (n° 274) rond 1930.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 233-272-276.