Typologie(ën)

burgerwoning
werkplaats (ambachtelijk)

Ontwerper(s)

Ph. VANDENBROECKarchitect1909

Stijlen

Eclectisme
Neorenaissance

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 20630
lees meer

Beschrijving

Burgerhuis in eclectische stijl met invloed van neorenaissanceArchitectuurstijl (ca. 1860-1914) die zich inspireert op de renaissance, een kunststroming ontstaan in het Italië van de 15e eeuw en die er o.m. op gericht was de bouwkunst van de Grieks-Romeinse oudheid te doen herleven., n.o.v. architect Ph. Vandenbroeck, 1909.

Gevel met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Gevel in lichtgekleurde baksteen met hardstenen elementen. Meeste muuropeningen onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Inrijpoort. De hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., onder topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt., is voorzien van muuropeningen met een dubbel kruisraam. Op de verdiepingen, balkons op respectievelijk vier en drie consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. en smeedijzeren traliewerk. TopgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met topstuk als aediculaVersieringsmotief, ontleend aan de klassieke bouwkunst, vormt samenstel van pijlers en een klassieke bekroning. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., en een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., ook onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., geflankeerd door wapenschilden. Houten dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., wellicht vereenvoudigd. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. bewaard in de eerste twee bouwlagen op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel..

Achteraan, atelier van twee bouwlagen onder trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt., ontworpen krachtens dezelfde bouwvergunning en twee jaar later verbouwd.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 233-270, 233-238.