Paul Deschanellaan 30

Voormalige atelierwoning van architect Joseph Van Tuyn, in laat-eclectische stijl met pittoreske inslag. Gesigneerd en gedateerd op de benedenverdieping “J. VAN TUYN / ARCH^TE / DEC(ORA)^TEUR” en “ANNO MCMXXVII”.

Bakstenen gevel met witstenen elementen. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van groengekleurde zandsteen. Symmetrische opstand van drie bouwlagen, de laatste in imitatievakwerk, behandeld als mansarde onder topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. Twee rondbogige muuropeningen op de benedenverdieping. Drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdieping, het centrale voorstevenvormig op bakstenen druiper en onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde., die aan de zijkanten met sierluik. Valse mansarde met twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met achthoekige oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. Paneel met rolwerkdecor, met voorstelling van een putto die een passer en een winkelhaak vasthoudt, en een blazoen. Deur met ramen met balustersVaasvormige spijl van een borstwering. en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling bewaard, soms met Amerikaans glas in de bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden..