Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

Fernand DE PAUWarchitect1908

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Landschappelijk
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2013-2014

id

Urban : 23214
lees meer

Beschrijving

Geheel van vier herenhuizen in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., ontworpen in 1908 door architect Fernand De Pauw voor rekening van aannemer Camille Simoens, nr. 34 voor hemzelf, de overige nummers voor familieleden. De architect won met dit geheel de negende prijs in de gevelwedstrijd die de gemeente de Schaarbeek in 1908-1909 organiseerde. De huizen werden gebouwd op de plaats van het Institut Sainte-Marie, gesloopt in 1908.

Opstanden van drie bouwlagen, in witsteen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Benedenverdiepingen met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).. Opstanden op nr. 32, 36 en 38 met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., op nr. 34 breder en met drie symmetrische traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Op de hoofdtraveeënBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in de eerste en laatste bouwlaag, erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met geronde hoeken in de middelste, bekroond door een terras. Rondbogige, korfboogvormige, gedrukte, steekboogvormige of rechthoekige muuropeningen, sommige met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. in cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd.. Beglaasde smeedijzeren inrijpoorten. Getraliede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping, op de tweede verdieping onder boogvormig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. voor de secundaire venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., onder gemeenschappelijk entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. op de hoofdtraveeënBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel.. Op één gevel op twee, smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. of balustradeHekwerk van spijlen of balusters. op de tweede verdieping. Oorspronkelijke kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. op nr. 38 en delen van het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. op de overige nummers bewaard.

Op nr. 32, lang bijgebouw gebruikt als kantoor, ontworpen in 1949.
Op nr. 36, achterliggende garage ontworpen in 1920 door architect H. Jacobs.
Op nr. 38, dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. van latere datum.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 204-32-34; 36: 204-36.
GAS/Bulletin communal de Schaerbeek, 1909, pp. 504-505.

Publicaties en studies
GEMEENTE SCHAARBEEK, Concours de façades, manuscript bewaard in het lokaal fonds van het Huis der Kunsten van Schaarbeek.

Tijdschriften
Album de la Maison Moderne, 3e, jaargang, pl. 112.
L'Emulation, 1909, pp. 47-48.
Vers l'Art, 1910, 6,, pl. 24.