Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

J. VAN SCHAIKarchitect1909-1910

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Landschappelijk
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2012-2013

id

Urban : 22270
lees meer

Beschrijving

Geheel van zes opbrengsthuizen in eclectische stijl vermengd met geometrische art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession., n.o.v. architect J. V. Schaik, 1909-1910.

Dezelfde architect ontwierp ook de gebouwen ertegenover (zie Maurice des Ombiauxstraat 23 - Monplaisirlaan 69).

Op M. des Ombiauxstraat nr. 24-26, 28-30 en Monplaisirlaan nr. 75, drie huizen met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., ontworpen i.o.v. Antwerpse diamantairs in 1909. Het geheel omvat twee identieke huizen langs de straat en een analoog huis langs de laan. Volgens plan werd links ervan een identiek huis aan dit laatste gebouwd, thans verdwenen, net als een achtergebouw waarin zich een diamantslijperij bevond.
Gevels in geelgekleurde baksteen versierd met geverniste groene bakstenen (nr. 28-30 en 75) of witte bakstenen (nr. 24-26), evenals met hardsteen en, op nr. 75, witsteen. Oorspronkelijk, vier bouwlagen onder plat dak, de laatste behandeld als mansarde geflankeerd door stenen topstukken op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht.; de mansardes werden in 1939 en 1935 gewijzigd in een verdieping in dezelfde stijl op nr. 24-26 en 28-30. De hoofdtraveeënBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. zijn behandeld als Brugse travee(Neo-) Vlaamse renaissance gevelordonnantie, bestaande uit nisvormige traveeën. onder een gebogen bekroning tussen stenen topstukken; drieledig timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. dat vroeger versierd was. Dubbele deuren onder zware I-balkIJzeren latei met I-profiel. bekroond door twee kleine impostvenstersVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. onder een drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., met monelenStenen vensterstijl..
Op nr. 24-26 en 28-30, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in de eerste en laatste bouwlaag gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel.. Boogvormig balkon op lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker.. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. bewaard op de benedenverdieping op nr. 24-26, net als de meeste deuren. Smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. vervangen.
Op nr. 75, drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. en muuropening met twee monelenStenen vensterstijl. op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., met een Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. op talrijke consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. DakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. vervangen door een dakvlakvensterIn het dakvlak ingewerkt venster.. Deuren vervangen door één enkele deur. Borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. vervangen. Oorspronkelijk raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. op de benedenverdieping.

Monplaisirlaan 73, 71 en Maurice des Ombiauxlaan 32, opstanden, GAS/DS 188-32 (1910).

Op M. des Ombiauxstraat nr. 32 en Monplaisirlaan nr. 71, 73, drie huizen ontworpen voor rekening van de architect, 1910. Twee identieke gevels aan weerszijden van een hoekhuis. Bakstenen gevels met witstenen en hardstenen elementen. Opstanden van vier bouwlagen onder plat dak, de laatste behandeld als mansarde met dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. op de secundaire (toegangs)traveeën. Pilaster- of zuilvormige monelenStenen vensterstijl.. Deur onder drie smalle venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Bewaarde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op fijne consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Stenen topstukken. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen. Smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. vervangen, die op nr. 73 door een stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..
Op nr. 32 en 73, gevels met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., dubbel kruisraam op de benedenverdieping, per drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op de laatste verdieping. Stenen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door een terras en rustend op vier imposante consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief..
Op nr. 71, hoekhuis met commerciële benedenverdieping, bestaande uit twee gevels verbonden door een lichtjes inspringende hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw.. Vitrines onder hoge I-balkIJzeren latei met I-profiel. en boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. versierd met sgraffiti; winkeldeur dichtgemetseld. Langs de straat, balkon op drie consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en dubbel kruisraam op boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen.. Op de hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw., balkon en trapezoïdale voorbouw, die laatste voorzien van tweelicht; afgeknotte bekroning. Sommige topstukken verdwenen langs de straat.

Bronnen

Archieven
GAS/DS Maurice des Ombiauxstraat 24-26 en 28-30: 188-24-26; Maurice des Ombiauxstraat 32 en Monplaisirlaan 71, 73: 188-32; Monplaisirlaan 75: 196-75.