Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

G. VELDEMANarchitect1909-1910

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Landschappelijk
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2012-2013

id

Urban : 22095
lees meer

Beschrijving

Burgerhuis in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., ontworpen door architect G. Veldeman in 1909, samen met nr. 65, thans vervangen door een appartementsgebouw. Gesigneerd op de benedenverdieping “G. VELDEMAN. / ARCH. 1910.”.

Vormt het einde van een bijzonder homogene huizenrij uit dezelfde periode, beginnend op nr. 55.

Smalle opstand in hardsteen van drie bouwlagen en één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen, onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. achter een grote dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. VensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en inrijpoort op de benedenverdieping. Trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op druiper en consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. tussen Toscaanse pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., bekroond door een terras voor een glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. tussen twee paren Ionische pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. DakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. met vaasvormige topstukken, vleugelstukken, pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en boogvormig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Rijk gebeeldhouwd decor: plantenmotieven, cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd., schelpen, mascaronsGehouwen versiering onder de vorm van een (fantastisch) mensen- of dierenmasker., rocailles1. Schelp- of rotsachtig, asymetrisch ornament, waaraan rococo haar naam dankt. - 2. Tuinfolies of rotsachtige tuinconstructies., enz. Beglaasde deur, traliewerk van het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping en borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in smeedijzerTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen…. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  bewaard; raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met roedeverdeling, soms gebogen.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 164-63.