Typologie(ën)

woning of opbrengsthuis (onbepaald)

Ontwerper(s)

Victor MAESarchitect1931

Stijlen

Art deco
Amsterdamse School

Onderzoek en redactie

2012-2013

id

Urban : 22208
lees meer

Beschrijving

Gebouw in halfopen bebouwing, in art-decostijl beïnvloed door de School van Amsterdam, n.o.v. architect Victor Maes, 1931.

Begin van bijzonder homogene huizenrij uit dezelfde periode, tot nr. 19.

Drie bouwlagen, oorspronkelijk onder dak met topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met daarin een pergola, vervangen door een imposante mansarde onder plat dak in 1989.
Gevels in baksteen, decoratieve metselverbandenWijze waarop bakstenen aan de buitenzijde van een muur zijn gerangschikt.: sommige stenen opstaand (borstweringen) en/of decoratief uitspringend (hoofdgestel, pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en muurdammen). Twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) langs de laan, drie aan de zijgevel. Rechthoekige uitsprongen. Langs de laan, hardstenen voorbouw van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met garagepoort, en in de linkertravee met erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door terrassen met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; op de rechtertravee terras met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. en traliewerk op de benedenverdieping.
Zijgevel met voorbouw van twee bouwlagen op de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op de derde, allebei bekroond door een terras. Centrale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. uitgewerkt als portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. van één bouwlaag bekroond door een terras, met de terugwijkende toegang geflankeerd door getraliede oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster. en achter een trappenpartij afgeboord met halfronde muurtjes die een bloembak vormen. Deur met blauwe en goudkleurige keramiekomlijsting. De toegang wordt bekroond door een rechthoekig parallellepipedum dat nu bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. is en oorspronkelijk wellicht bekleed was door een mozaïek in dezelfde tinten. Bekronend terras voor vier gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. PilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. op de hoeken. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen. Tuintje afgesloten door een muurtje en een haag.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 35-7.