Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Jean TEUGHELSarchitect1927

Stijlen

Beaux-Artsstijl
Art deco

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Landschappelijk
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2012-2013

id

Urban : 22391
lees meer

Beschrijving

Burgerhuis in laat-eclectische stijl, gesigneerd linksboven het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping “J. TEUGHELS / architecte”, 1927.

Maakt deel uit van een bijzonder homogene huizenrij, van nr. 1 tot nr. 17.

Opstand van drie bouwlagen. Hardstenen benedenverdieping met centrale rondboogvormige deur achter een trappenpartij met stenen borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., geflankeerd door een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en een garagepoort, allebei korfboogvormig. Witstenen verdieping met hardstenen elementen; links brede bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. op druiper, met venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. tussen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdiepingen onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en geprofileerde omlijsting. Omlijsting van de muuropeningen op de benedenverdieping en friezenHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van de bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. versierd met gehouwen decors. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de eerste verdieping met vensterleuningLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  in de eerste twee bouwlagen bewaard, net als de smeedijzeren deur en een deel van het traliewerk van het tuintje.

Achtergevel met pittoresk karakter; bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. verdiepingen, puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met imitatievakwerk.

Interieur. TrappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. onder daklicht.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 101-14.