Typologie(ën)

architectenwoning

Ontwerper(s)

Oscar LAUWERSarchitect1911

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Landschappelijk
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2013-2014

id

Urban : 22697
lees meer

Beschrijving

Voormalige persoonlijke woning van architect Oscar Lauwers, in eclectische stijl met art-nouveau-inslag, 1911. Gesigneerd op de sokkel “OSCAR / LAUWERS / ARCHITECTE”. De gevel behaalde de bronzen medaille in de gevelwedstrijd die de gemeente Schaarbeek in 1911-1912 organiseerde.

Einde van een bijzonder homogene huizenrij, beginnend op nr. 114.

Opstand van vier bouwlagen, de laatste als attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt., en één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen. Bakstenen gevel met elementen in hardsteen op de benedenverdieping en witsteen op de verdiepingen. Twee drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op de benedenverdieping, rechts met ingewerkte deur. Verdiepingen gevat in een gekoofde arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. met gebroken boogrugBuitenwelfvlak; buitenste kromming van een boog; wanneer deze boog getrapt is, spreekt men van een hanenkam. onder archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.. Op de eerste verdieping, geflankeerd door smalle venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. vervangen door een gemetselde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. in 1958; borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met guirlande. Op de erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., terras voor een T-vormige glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met twee monelenStenen vensterstijl.; smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. bewaard, medaillonsRonde of ovale cartouche. op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. verwijderd. Op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel., zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is. versierd met bas-reliëfs van een liggende man en vrouw, houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op gecanneleerde stenen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met discus. AttiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw.  met vijf venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., het centrale als dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. waarvan het gewelfde frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. is verwijderd; de laterale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. waren oorspronkelijk voorzien van een medaillonRonde of ovale cartouche. en vormden een acroterie voor een gebeeldhouwde arend. Bewaarde deur met smeedijzeren traliewerk. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met roedeverdeling vervangen naar oorspronkelijk ontwerp. Tuinhek bewaard.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 87-152.
GAS/Bulletin communal de Schaerbeek, Rapport sur la situation de l'Administration, exercice 1911-1912, 1912, pp. 138-139.

Publicaties en studies
GEMEENTE SCHAARBEEK, Concours de façades, manuscript bewaard in het lokaal fonds van het Huis der Kunsten van Schaarbeek.

Tijdschriften
Album de la Maison Moderne, jg. 4, pl. 22.