Typologie(ën)

driegevelvilla
architectenwoning

Ontwerper(s)

G. HANOarchitect1922

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

  • Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch

Onderzoek en redactie

2012-2013

id

Urban : 21933
lees meer

Beschrijving

Villa in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. met invloed van de Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., ontworpen door en voor architect G. Hano, die er ook zelf woonde, 1922.

Vormt samen met nr. 26 een bijzonder homogeen paar villa's ontworpen in hetzelfde jaar.

Opstand van twee bouwlagen onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde., in oranjekleurige baksteen met elementen in witsteen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van zandsteen en hardsteen. De meeste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. hebben een of meer monelenStenen vensterstijl. en een kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Breed uitkragende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). van de gevel op talrijke consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief..
Hoofd- en zijgevel elk van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), op de hoek verbonden door een inspringende rechte hoek.
Aan de laan, op de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), veelhoekige uitbouw onder drieledig dak langs een terras met wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere. en smeedijzeren traliewerk. Op de tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), hoofdingang met terugwijkende portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. onder een grote rondbogige arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. met zuilen, sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. met mascaronGehouwen versiering onder de vorm van een (fantastisch) mensen- of dierenmasker. en smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; laterale toegang geflankeerd door een pijler1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) met een uil in haut-reliëf.
Op de zijgevel, tweede hogere traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt., met de secundaire toegang. Bas-reliëfs. Garage van latere datum.
Deuren bewaard, net als het meeste raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn., met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling. IJzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. bewaard, tuinhek vervangen.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 81-28.

Tijdschriften
L'Emulation, 1924, p. 137.