Typologie(ën)

appartementsgebouw
werkplaats (ambachtelijk)
burgerwoning

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1881

Victor HORTAarchitect1893

G. GILBERTarchitect1929

Stijlen

Eclectisme
Eclectisme met pittoresk karakter

Inventaris(sen)

  • Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 20669
lees meer

Beschrijving

Complex van kantoren, ateliers en woningen voor slechtzienden, resultaat van opeenvolgende verbouwingen en uitbreidingen van een woning uit 1881.


Geschiedenis

In 1881 liet Jean-Baptiste Charbo, docent aan de Militaire School, een woning bouwen die overeenstemt met de eerste twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van het huidige gebouw, verlengd met een omheiningsmuur met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. en traliewerk. Charbo, die tot de “groep Tassel” behoorde, wendde zich in 1893 tot architect Victor Horta om de muur te verbouwen tot een bijgebouw voor zijn woning. Dit gebouw had één bouwlaag onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en stemt overeen met de vier huidige rechtertraveeën. In 1912 liet weduwe Charbo het gebouw van Horta verhogen met één bouwlaag in dezelfde stijl door architect E. Courtenay. De inrijpoort uiterst rechts werd in toegangsdeur getransformeerd. In 1929 werd het gebouw ingenomen door het Oeuvre Nationale des Aveugles (ONA) of het Nationaal Werk der Blinden, dat de franciscaan Agnello in 1922 had gesticht volgens een nieuwe benadering van bijstand aan gehandicapten. De instelling bouwde er een lange constructie voor ateliers en woningen voor de blinden (n.o.v. architect G. Gilbert, 1929) en liet de gevel lichtjes wijzigen. In 1979 liet het er een cassettotheek bouwen (n.o.v. architect F. Devos).

Beschrijving

Aan de straatkant, gebouw in eclectische stijl. Zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. De gevel is nadrukkelijk tweekleurig, met een mengeling van bakstenen, die lichtjes van elkaar verschillen volgens de bouwfases, en bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. elementen die thans beschilderd zijn. Op de vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), inrijpoort uit 1929, vergroot in 1931 (n.o.v. architecten J. Van Hove en J. Van Deuren). Op de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), boven de toegangsdeur, erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met ronde hoeken rustend op een korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen. en zware consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en bekroond door een oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. Spiegels met keramiektegels op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen, behalve de deuren op de vierde en de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).
Grotendeels bewaard interieurdecor (geprofileerde plafonds, schoorstenen, lambrisering). Hoewel het gedeelte dat Victor Horta ontwierp door de latere verbouwingen beschadigd raakte, zijn wellicht nog een schoorsteen in beige en rood marmer en een deuromlijsting van diens hand bewaard.

Daillylaan 90-92, werkplaatsen en huisvesting van de blinden binnen het bouwblok (foto 2012).

Haaks aan het gebouw werd een langwerpig bakstenen gebouw van één bouwlaag met pittoresk karakter gebouwd. Het herbergt ateliers en woningen. Thans beschilderd, onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met klimmende dakkapellenDakkapel met overkapping die in dezelfde richting helt als het dakvlak.. Symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. met centraal toegangsvolume onder vijfhoekige topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt..

Bronnen

Archieven
GAS/DS 61-90-92.

Publicaties en studies
DULIÈRE, C., Victor Horta, Mémoires, Ministerie van de Franse Gemeenschap van België, Brussel, 1985, pp. 19-23.