Onderzoek en redactie

2013-2014

 

Bekijk de weerhouden gebouwen

Op het ovale Colignonplein monden zeven verkeerswegen uit: de Koninklijke Sinte-Mariastraat, de Verhasstraat, de Florisstraat, de Quinauxstraat, de Maarschalk Fochlaan, de Generaal Eenensstraat en de Verwéestraat.

Het plein, waarop het nieuwe gemeentehuis moest komen, werd ontworpen als de kern van een nieuwe wijk waarvan het stratenplan, dat door gemeentelijk ingenieur Bouchez werd getekend, werd aangenomen tijdens de gemeenteraadszitting van 28.02.1881 en werd bekrachtigd bij K.B. van 20.04.1882. Het plein ligt op het tracé van de Koninklijke Sinte-Mariastraat – waarvan een deel tot de Maarschalk Fochlaan werd omgedoopt – ongeveer halverwege tussen het Lehonplein en het Eugène Verboekhovenplein. Vier nieuwe straten vertrokken symmetrisch vanuit het plein: de Verhasstraat en de Verwéestraat, de Quinauxstraat en de Generaal Eenensstraat. De bestaande Florisstraat werd op het plein aangesloten door haar oostelijke uiteinde te verwijderen. Het plan van aanleg van de nieuwe wijk voorzag ook in de aanleg van de Kleine Vleugelsstraat – de latere Goossensstraat – het rechttrekken van de Vleugelsstraat en de verlenging van de Vondelstraat tot voorbij de Renkinstraat.

Oorspronkelijk zou het plein tegenover het gemeentehuis een minder wijde cirkelboog vormen dan thans het geval is, met daarachter een rechte bouwlijn. Het was respectievelijk bij beslissing van de gemeenteraad van 19.08.1886 en van 08.11.1887 dat het voorste gedeelte werd vergroot en het achterste gedeelte van twee holronde vlakken werd voorzien. De werken voor de aanleg van het plein vonden hoofdzakelijk tijdens de tweede helft van de jaren 1880 plaats, samen met de bouw van het gemeentehuis (zie deze notitie). Dat laatste gebouw, in neo-Vlaamse renaissancestijl, werd ontworpen door architect Jules-Jacques Van Ysendyck, laureaat van de wedstrijd die de gemeente in 1881 had uitgeschreven, en het werd plechtig ingehuldigd op 21.07.1887. In de nacht van 17 op 18.04.1911 werd het door opzettelijke brandstichting vernield, maar het werd naar oorspronkelijk ontwerp heropgebouwd en vergroot door de zoon van de architect, Maurice Van Ysendyck.

Het Colignonplein voor de kalamiteit van 1911 (Huis der Kunsten Schaarbeek/lokaal fonds).

Pas toen het gemeentehuis werd ingehuldigd, kreeg het plein ook zijn naam, via een bijzonder besluit van de gemeenteraad. Het is een eerbetoon aan de toenmalige burgemeester, Achille Hyppolite Colignon (Lixhe, 1813 – Schaarbeek, 1891), die van 1879 tot 1891 burgemeester was. Oorspronkelijk droeg enkel het gedeelte vóór het gemeentehuis die naam, terwijl het westelijke en het oostelijke deel respectievelijk de Joseph Jacquetstraat en de Van Ysendyckstraat heetten. Het besluit van het Gemeentecollege van 22.12.1908 breidde de naam Colignonplein uit tot het geheel van de verkeerswegen rond het gebouw.

Hoewel het gemeentehuis al in 1887 klaar was, liet de rest van de bebouwing op het plein op zich wachten. In 1896 stelde de gemeente vast dat slechts acht terreinen van de gemeente waren verkocht, van de 45 die rond het plein lagen. Tijdens de gemeenteraadszittingen van 20.10 en 09.11.1896 werd bijgevolg beslist de verkoopprijs van deze terreinen te verlagen én een artistieke gevelwedstrijd te organiseren voor de elf gemeentelijke percelen die tegenover het gemeentehuis lagen – nr. 1, 3-5, 17, 2 tot 12, 16-18 en 20-22. Het doel was de bebouwing van het plein sneller te voltooien én een omgeving te scheppen die paste bij Van Ysendycks gebouw.

Voor elk van de elf gevels waarop de wedstrijd betrekking had, werden twee prijzen uitgeloofd, van respectievelijk 400 en 250 francs. De kopers van de terreinen moesten de gevel van hun gebouw uit de gelauwerde ontwerpen kiezen. Het wedstrijdreglement legde tal van voorschriften op: de minimum- en maximumhoogte, een minimumbreedte van 7 meter, een prijs van minder dan 60 francs per vierkante meter, het gebruik van zichtbare materialen. De benedenverdieping moest bij voorkeur commercieel zijn, terwijl de privéhuizen een gelijkgrondse benedenverdieping moesten hebben om een eventuele ombouw tot handelszaak mogelijk te maken. Omdat de stijl van de bouwwerken bij die van het gemeentehuis moest aansluiten, dienden “de kandidaten zich te laten inspireren door alle kunstbeginselen die de renaissance in de beschaafde naties heeft verspreid”.

De prijzen werden toegekend tijdens de zitting van 02.07.1897. Van de 22 geplande prijzen werden zeven eerste prijzen en twee tweede prijzen toegekend aan de geassocieerde architecten Henri Van Massenhove en Guillaume Löw (zie nr. 2 tot 8, 16-18, 17 en 20-22); daarvan gingen twee prijzen naar projecten die niet zouden worden uitgevoerd. Het gevelontwerp van nr. 2 werd ook volgens spiegelbeeldschema toegepast op nr. 1 (zie dit nummer). Nr. 16-18 behaalde ook de uitmuntendheidsprijs. Daarnaast werd aan deze architecten het ontwerp toevertrouwd van de gevel van het huis op de hoek met de Verwéestraat (zie nr. 12), waarvoor geen eerste prijs was toegekend. Tot slot ontwierpen Van Massenhove en Löw nog minstens één ander huis aan het plein, op een perceel dat niet binnen het bestek van de wedstrijd viel (zie nr. 13).

Huis 'In den Anker', niet uitgevoerd gevelontwerp van de architecten Van Massenhove en Low, bekroond op de gevelwedstrijd van 1897 (VAN MASSENHOVE, H., LOW, G., [i]Les Maisons Modernes[/i], Livraison II, éditeur Constant Baune, Bruxelles, 1901, pl. XVI).

De eerste woningen aan het plein werden tussen 1886 en 1891 ontworpen, maar de meeste huizen kwamen in een korte tijdspanne tot stand, van 1896 tot 1899. Het ging meestal om opbrengstgebouwen, met een benedenverdieping bestemd voor een café, brasserie of winkel, aangevuld met burgerhuizen. De overheersende neo-Vlaamse renaissancestijl werd aangevuld met eclecticisme en neoclassicisme. Verscheidenen gehelen versterken de samenhang van het plein, waarvan elk gedeelte een bijzonder homogene huizenrij vormt. Naast de talrijke gebouwen van Van Massenhove en Löw vermelden we de gehelen gevormd door nr. 41-43 tot 55, gebouwd voor rekening van aannemer P. Parmentier-Gilbert, nr. 32 tot 48, alsook nr. 50 tot 60, gebouwd i.o.v. aannemer Camille Simoens (zie deze nummers).

Bronnen

Archieven
GAS/OW 50.
GAS/OW Dénomination de rues – Numérotage 1909.
GAS/Bulletin communal de Schaerbeek, 1881, pp. 76-84; 1882, pp. 248-250; 1896, pp. 539-546, 1161-1167; 1897, pp. 1007-1012.
GAS/Bulletin communal de Schaerbeek, Rapport sur la situation et l'administration des affaires de la Commune pendant l'exercice 1887-1888, 1888, p. 31.
Huis der Kunsten van Schaarbeek/lokaal fonds.

Publicaties en studies
DE CROMBRUGGHE, D., Het gemeentehuis van Schaarbeek en Colignonplein, Brussel, Brussel, stad van kunst en geschiedenis, 45, Brussel, 2007.
VAN MASSENHOVE, H., LOW, G., Les Maisons Modernes, Aflevering II, Éd. Constant Baune, Brussel, 1901.

Tijdschriften
JACQMIN, Y., “Les concours – Bruxelles/Schaerbeek”, Mémoires d'ânes, 7, 1997, pp. 4-7.
L'Émulation, 7e jaargang, 1897, pp. 30, 46-47.