Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Félix VAN MEIRarchitect1913

L. TALPEbeeldhouwer1913

Stijlen

Neogotiek

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2012-2013

id

Urban : 21851
lees meer

Beschrijving

Burgerhuis in neogotische stijl met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., gesigneerd en gedateerd op de benedenverdieping “F(élix). Van Meir / Archte. 1913” en “L.Talpe / Sculpteur”.

Dezelfde architect en eigenaar lagen ook aan de basis van het aanpalende huis, dat enkele jaren later werd ontworpen (zie nr. 33).

Maakt deel uit van een bijzonder homogene huizenrij, overwegend in eclectische stijl, van nr. 8-9 tot nr. 67.

Bakstenen gevel met witstenen elementen. GekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping, met enkel of dubbel kruisraam op de verdiepingen. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. bekroond door een puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. en voorzien van een trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker., met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met pinakelSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje. en bekroond door een terras met opengewerkte borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. TopgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. geflankeerd door pinakelsSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje.. De meeste muuropeningen onder waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen., die van de deur en het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. onder accoladeboogBoog bestaande uit twee in- en uitzwenkende boogdelen die bij hun snijding een spits vormen.. Talrijke sculpturen vormen friezenHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…)., panelen, druipers en fleurons, sommige met plantenmotieven (takken van eik, wingerd), andere met de voorstelling van een mens of een dier: gehurkte figuren op de benedenverdieping (geleerde, muzikant en nar), dieren op de erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. (eekhoorns, slang en stekelvarken dat naar Lodewijk XII verwijst), mascaronsGehouwen versiering onder de vorm van een (fantastisch) mensen- of dierenmasker. en kerselaar (?) met een blazoen met ezelskop – misschien een verwijzing naar Schaarbeek – op de topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. Kleine houten dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met uitspringende geprofileerde dakstoelMeestal driehoekig samenstel van dragende onderdelen van een kap, in één vlak, haaks op het dakvlak en veelal opgebouwd uit één of meerdere elementen op elkaar (kapgebinten).. Deur bewaard, raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 20-32. 

Tijdschriften
Album de la Maison Moderne
, jg. 6, pl. 8, 9a, 9b.