Typologie(ën)

herenhuis
bijgebouwen

Ontwerper(s)

Stijlen

Art deco

Inventaris(sen)

  • Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 20340
lees meer

Beschrijving

Herenhuis in art-decostijl, 1924.

Oorspronkelijk gebouw van twee bouwlagen onder mansarde en plat dak, inspringend ten opzichte van de straat, met links een voorbouw. Al vanaf het begin werd het huis rechts geflankeerd door een koetshuis met conciërgewoning van één bouwlaag onder mansarde. In 1928 werd die woning verhoogd met één bouwlaag en geflankeerd door een garage onder plat dak.

Bepleisterde gevel, oorspronkelijk met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en met bakstenen elementen. De meeste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met getande dwarsregelEen dwarsregel deelt het kozijn van een deur of raam horizontaal op., enkel of dubbel kruisraam. Achthoekige oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. Voorbouw van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) verbonden door een schuine hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. bekroond door een dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met veelhoekige topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. en voorzien van een kleine tweezijdige erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op gebeeldhouwde druiper. Uitspringende traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met deur.
Inspringende traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met een trapezoïdaal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping, een dito erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. op de verdieping, en een dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met trapezoïdale bekroning. Voormalig koetshuis van één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met een deur geflankeerd door een getralied vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. die samen een inrijpoort vervangen. Gevel versierd met bas-reliëfs met plantendecor. Beglaasde en getraliede hoofddeur bewaard, net als delen van het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met glas-in-loodramen. KroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). gewijzigd. Hek met geometrische versiering van de achteruitbouwstrook bewaard.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 17-64-66.