Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Ed. LÉONARDarchitect1912

Paul CAUCHIEarchitect, sgraffitoschilder1912

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2012-2013

id

Urban : 22357
lees meer

Beschrijving

Burgerhuis in eclectische stijl met symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., gesigneerd en gedateerd op de sokkel “ED. LÉONARD / ARCHte 1912.”

Gevel in hardsteen op de benedenverdieping, in gele baksteen en witsteen op de verdiepingen. Verdiepingen gescheiden door een entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Muuropeningen tussen pilastervormige stijlen, op de eerste verdieping onder archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog., de centrale voorzien van een sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf., de laterale spitsboogvormig. Centraal, gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., op de eerste verdieping rond een balkon. FriesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). in het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. en borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op de eerste verdieping versierd met sgraffiti n.o.v. Paul Cauchie; symmetrisch opgebouwde friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met centraal geometrisch motief met medaillonRonde of ovale cartouche. verbonden door een netwerk van krullen, pijltjes, en circulaire motieven op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Hetzelfde motief word herhaald op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de eerste verdieping. Oorspronkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .

Bronnen

Archieven
GAS/DS 10-101.

Publicaties en studies
ARIJS, H., Paul Cauchie (1875-1952): tussen feit en fictie. Biografische aanzet: beginjaren en carrière als decorateur-entrepreneur tijdens de art-nouveauperiode (licentiaatsverhandeling Kunstwetenschappen en Archeologie), 3 vol., VUB, Brussel, 2010-2011, catalogus (vol. 3), cat. 42, p. 76.