Typologie(ën)

appartementsgebouw

Ontwerper(s)

Arthur PLADETarchitect1924

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2020-2022

id

Urban : 35617
lees meer

Beschrijving

Appartementsgebouw in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., met vermelding "A[rthur] Pladet" op de benedenverdieping, 1924.

Ze maakt deel uit van een enfilade homogene woningen met gelijk bouwprofiel, die van nr. 241 tot nr. 281 loopt.

Hoekgebouw van drie bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.: vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) langs de Léon Fourezstraat, een brede hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) langs de Leopold II-laan. Gevel in oranje baksteen met natuurstenen elementen. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. en oculusvensters. De meeste muuropeningen met gedrukte boogBoog waarvan de kromming lager is dan de overeenkomstige rondboog. en een archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.. Plat dak boven twee eerste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van de L. Fourezstraat afgesloten met balustrade; garagepoort. DrielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. in de hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. waarvan deze op de eerste verdieping in gebogen erker bekroond door balkon met balusterbalustrade; imposante dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met zwenkende topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en topsieraad. Aan de kant van de Leopold II-laan: middentravee met muuropeningen van afnemende grootte; zwenkende erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.; toegangsdeur in de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Deuren en kroonlijst bewaard; schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen.

Bronnen

Archieven
GAK/DS Ongenummerd dossier (1924).