Typologie(ën)
parochiezaal
orgel
Ontwerper(s)
J. DE SMET – architect – 1965-1967
Patrick COLLON – orgelbouwer – 1976
W. LATEIR – architect – 1965-1967
Stijlen
Inventaris(sen)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Inventaris van de orgels in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (DMS-DML - 2000)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Landschappelijk
- Sociaal
- Technisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
De
Sint-Clarakerk is gebouwd in een modernistische stijl in opdracht van het
parochiaal centrum Heymbosch en
n.o.v. het Brussels architectenduo Willi Lateir en F. De Smet, 1964. Toevoeging
van lage bijgebouwen en/of verbouwingen in 1974, 1976, 1977, 1979, 1982.
Het sterk groeiend aantal inwoners van nieuwe omliggende, grotendeels sociale
woonwijken, met name de tuinwijk Heymbosch
en de Modelwijk, leidde in 1963 tot het tot stand komen van een nieuwe parochie.
In afwachting van een nieuwe kerk gingen de eerste vieringen door in de kapel
van het Brugmannziekenhuis. De bouwvergunning voor een nieuwe kerk werd
ingediend in 1964 en de bouwwerken vonden plaats tussen 1965 en 1967. De kerk
voorzag naast een liturgiezaal tevens parochiale lokalen met onder meer een
feestzaal, bar en kleine vergaderlokalen.
De soberheid van het gebouw, de beperkte afmeting en
de discrete opstelling ten opzichte van zijn omgeving typeert het als een
zaalkerk. Het gebouw volgt de nieuwe normen van het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965)
waarbij de ruimtelijke organisatie wordt aangepast om de participatie van de
gelovigen te benadrukken. Zo is de rechthoekige liturgiezaal voorzien van brede
banken rondom een licht verheven altaar. Ook de aandacht voor het natuurlijk
licht en de aangename, huiselijke sfeer van de cultuszaal getuigen van deze
post-conciliaanse trend.
Gebouw
Sober volume met rechthoekig
grondplan onder plat dak waarbij gepolijst beton, baksteen, hout en glas veelvuldig
worden gebruikt en samen een harmonieus geheel vormen.
Hoofdgevel langs de noordelijke zijde (Joseph De Heynstraat), toegankelijk
vanuit de straat door een brede en sobere trap, met een monumentaal, betonnen
kruis (architect Henri Peremans, 1977) aan de linkerzijde. Gevel voorzien van
een zesdelig portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met betonnen kolommen.
Zuid- en westgevels met gesloten karakter. De – in een latere periode gebouwde
- bijgebouwen langs de zuidgevel hebben een plat dak en soortgelijke baksteen
als het hoofdgebouw.
Door de sterke helling langs de oostzijde is deze gevel voorzien van drie
bouwlagen: kelderverdieping met brede, oorspronkelijk vijfdelige loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. met
betonnen kolommen (thans gesloten langs de rechterzijde). Verdieping langs de
linkerzijde verlicht door zes grote glasramen geflankeerd door kolommen en zes
smalle bovenvensters, rechterzijde gesloten en voorzien van maaswerk.
De kerk wordt omgeven door een groene grasvlakte met bomen.
Interieur
Soberheid primeert door het gebruik van eenvoudige materialen zoals gegoten
beton voor het liturgisch meubilair, tegelwerk voor de vloeren en de zichtbare
structuur van het gebouw (bakstenen muren, betonnen kolommen en houten gebinte).
De oostelijke zijde van het gebouw omvat de secundaire ruimtes waarin op drie
bouwlagen een keuken, twee grote zalen, sanitair en enkele kleine vergaderlokalen
onderverdeeld zijn.
De liturgiezaal neemt het westelijke deel van het gebouw in en is toegankelijk
via een voorportaal aan de noordgevel. De zaal wordt langs vier zijden
geritmeerd door kolommen en verlicht door horizontale vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters.. Het
plafond is voorzien van een houten latbekisting.
In de hoek van de voorhal en de liturgiezaal werd in een latere periode een
weekkapel toegevoegd.
Het altaar, de lessenaar, het tabernakel (getekend C. Nicaes) en de doopvont werden voor de Sint-Clarakerk ontworpen en bestaan uit wit beton die in de vloer is gegoten en zo een eenheid vormt met het gebouw. Ze vallen op door hun strakke en minimalistische stijl. Ook vormen de twee terracotta wandsculpturen van de Heilige Clara (met maquette van de Sint-Clarakerk in haar handen) en van Maria met kind Jezus, beiden getekend Raf Mailleux, een totaalkunstwerk met het religieus gebouw.
Bronnen
Archieven
GAJ/DS J3855 (1964), J4940(1974), J5141 (1976), J5195 (1977), J5348 (1979), J8582 (2009).
Publicaties en studies
Capelle, P., Les églises à Bruxelles. Kerken te Brussel, Mechelen, 1995.
Coekelberghs, D., W. Janssens, Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie Brabant. Kanton Jette, Brussel, 1977.
Van den Haute, R., J.P. Denis en G. Paulus, 900 jaar christelijke aanwezigheid te Jette. 1095-1995, Brussel, 1998: p. 199-200.
Websites
Orgels in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest