Typologie(ën)

woning of opbrengsthuis (onbepaald)
klooster/abdij
kapel
pastorie

Ontwerper(s)

Edmond SERNEELSarchitect1907

Stijlen

Neogotiek

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Etterbeek (DMS-DML - 1994-1997)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 14848
lees meer

Beschrijving

Homogeen ensemble van twee oorspronkelijk afzonderlijke gebouwen in neogotische stijl n.o.v. arch. Edmond SERNEELS i.o.v. de pastoor Georges Van Lil ,1906-1907.

Nr. 12. Voormalige pastorie, vanaf 1912 (tot 1965) klooster van de "Soeurs servantes des Pauvres", getekend en gedateerd op een band rechts van de ingang "EDM. SERNEELS / ARCHTE 1907". Twee bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Gevel in rode baksteen voorzien van sierankers en horizontaal geleed door banden in natuursteen o.a. ter hoogte van lekdrempels, tussendorpelsStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. en lateien van muuropeningen en door arduinen kordons op de begane grond in het verlengde van lekdrempels, tussendorpelsStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. en lateien. Plint in hardsteen met kelderopeningen. Kruiskozijnen, in vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) dubbele kruiskozijnen, op begane grond onder steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster., onder gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. spitsbogen op eerste verdieping. Twee linker traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., bekroond door trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt., overhoekse pinakelsSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje. en topstuk. In geveltop rechthoekig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Hieronder twee kloosterkozijnen die samen met venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van eerste verdieping gevat is in Brugse travee(Neo-) Vlaamse renaissance gevelordonnantie, bestaande uit nisvormige traveeën.. Gelijkaardige opstand in vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) ,één kloosterkozijn in topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. Derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met vleugeldeur en bekronend drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.; op verdieping vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. in rondboognis. Geprofileerde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst. Pannen zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. en grote schoorsteen.

Achteraan, in het verlengde van bestaand bijgebouw, kapel uit 1928 volgens Z.-W. oriëntatie. Beuk volgens rechthoekig plan onder plat dak; gevel met boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. verlicht door brede spitsbogige muuropening. Koor onder leien bedaking van één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), driezijdige koorsluiting geritmeerd door steunberen. Spitsboogvensters met abstracte glasramen.


Interieur : kruisribgewelven geschraagd door colonnetten. De aanpalende sacristie bevindt zich in het verlengde van de kapel.

Bronnen

Archieven
GAEtt./OW 1024, 1203 (1906), 2491 (1928).>

Publicaties en studies
MEIRE, R.J., Histoire d'Etterbeek, Musin, Brussel, 1981, pp. 89, 157.