Typologie(ën)

villa

Ontwerper(s)

René THÉRYarchitect1909

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Pieters-Woluwe (DMS-DML - 2002-2009, 2014)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2004

id

Urban : 17403
lees meer

Beschrijving

Villa in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. n.o.v. arch. René Théry, 1909. Heden ambassade van Madagaskar.

Witstenen gevel op hardstenen sokkel. Twee bouwlagen op hoog souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. en onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Haakse inplanting t.o.v. Tervurenlaan waardoor laterale oostgevel hoofdgevel vormt met vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), zuidelijk en noordelijk gevels oorspronkelijk slechts twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Aan westzijde (links) vergroot door toevoeging van twee volumes in dezelfde stijl (1922): eerste volume met witstenen gevel van twee bouwlagen, één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan Tervurenlaan en lateraal twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); erachter tweede volume met bakstenen gevel van één bouwlaag en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).

Hoog souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en geblokte hoekpilasters. Grotendeels steekboogvensters met smeedijzeren leuning op benedenverdieping of borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op verdieping; vensteromlijstingen met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. en bewerkte sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. Drie centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van hoofdgevel in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.; in vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) toegangsdeur met trap.

In Tervurenlaan op benedenverdieping doorlopend  balkon op vier consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. In volume van 1922 garage waarboven breed korfboogvenster. In zijgevel (west) twee blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Oorspronkelijk tuinhek.

Bronnen

Archieven
GASPW/DS 612 (1909), 356 (1922).