Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Stijlen

Eclectisme
Neorenaissance

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Etterbeek (DMS-DML - 1994-1997)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 15232
lees meer

Beschrijving

Huis in neo-Vlaamse renaissancestijl opgetrokken in 1911 n.o.v. arch. DE LESTRÉ DE FABRIBECKERS, getekend op gevel.

Drie bouwlagen + souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. en twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Gevel in rode baksteen en hardsteen op gedeeltelijk gebosseerde sokkel waarin garagepoort uit 1986 ter vervanging van oorspronkelijk drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. Ingangstravee met vleugeldeur en korfbogig bovenvenster onder gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken. op twee uitgelengde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. in arduin; bekronende oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster.; oorspronkelijke glasramen. Op verdiepingen rondboogvensters op kordonvormende lekdrempel. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. in licht risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. eindigend op tuitgevelPuntgevel bekroond met smalle rechthoekige hals; bij zeventiende eeuwse voorbeelden vaak steunend op schouderstukken. met schouderstukken en bekronend frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met overhoekse pinakelSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje.. In eerste en derde bouwlaag korfboogvenser, in laatste bouwlaag voorafgegaan door balkon met balustradeHekwerk van spijlen of balusters.; op eerste verdieping trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. tussen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. In geveltop rondboogvenster tussen twee rondboognissen. Links kleine dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder tentdak. Het merendeel van de muuropeningen onder waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..

Bronnen

Archieven
GAEtt./OW 176 (1911), Inschr. Reg. 3752 (1986).