Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Edmond SERNEELSarchitect1923

Stijlen

Neogotiek
Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Etterbeek (DMS-DML - 1994-1997)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 13172
lees meer

Beschrijving

Pand in neogotische stijl n.o.v. arch. Edmond SERNEELS, 1923, gedateerd boven deur.

Trapgevel in bruine baksteen met drie bouwlagen. Begane grond op blauwe hardstenen plint waarin twee kelderopeningen; hierboven getralied drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. gevat in een oplopende nis. Bel-étage geaccentueerd door fraaie loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. onder tudorboog met houten balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. In linker traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) deur met gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. zijlicht onder steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster., gevat in een driehoekige omlijsting; hierboven smal tudorboogvenster met geprofileerde waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. In derde bouwlaag drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met centraal bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. onder pseudo-drielob geflankeerd door tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. onder ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.; balustersVaasvormige spijl van een borstwering. op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. In de geveltop klein rechthoekig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met roedenverdeling. TrapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. bekroond door afgeronde pinakelSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje..

Bronnen

Archieven

GAEtt./OW 3092 (1923).