Typologie(ën)
appartementsgebouw
Ontwerper(s)
Charles PETIAU – architect – 1936
Stijlen
Modernisme
Inventaris(sen)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Etterbeek (DMS-DML - 1994-1997)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
1993-1995
id
Urban : 14048
Beschrijving
Op de hoek met de Beckersstraat en de Nieuwelaan, imposant appartementsgebouw volgens trapezoïdaal plan, in modernistische stijl n.o.v. arch. en eigenaar Charles PETIAU, 1936.
Symmetrische gevelopstand met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) voor zijgevels en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) voor hoofdgevel en zeven bouwlagen, horizontaal geleed door banden ter hoogte van waterlijstenVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. Gevels tweekleurig door beige baksteen, afgewisseld met witte banden, balkons en mast. Plat dak. Uitkragende bovenbouw, twee centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van hoofdgevel tussen zijtraveeën met afgeronde binnenhoek. Centrale balkons, korfbogig op plan, buisstalen leuning. Hiertussen mastvormende middenstijl die doorlopend balkon van laatste bouwlaag onderschraagt.
Symmetrische gevelopstand met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) voor zijgevels en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) voor hoofdgevel en zeven bouwlagen, horizontaal geleed door banden ter hoogte van waterlijstenVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. Gevels tweekleurig door beige baksteen, afgewisseld met witte banden, balkons en mast. Plat dak. Uitkragende bovenbouw, twee centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van hoofdgevel tussen zijtraveeën met afgeronde binnenhoek. Centrale balkons, korfbogig op plan, buisstalen leuning. Hiertussen mastvormende middenstijl die doorlopend balkon van laatste bouwlaag onderschraagt.
Bronnen
Archieven
GAEtt./OW 5819 (1936).