Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

Joseph LIBERTaannemer, architect1912

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Etterbeek (DMS-DML - 1994-1997)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 15248
lees meer

Beschrijving

Eclectisch apartementsgebouw, waarvoor mogelijk bouwaanvraag van 1909. Opschrift "J. LIBERT ENTREPRENEUR 1912", tevens eigenaar. Zeven bouwlagen en twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder plat dak, de laatste twee verdiepingen daterend uit 1939.

Gevel in gele steen, met veelvuldig gebruik van blauwe hardsteen voor onder andere onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen., banden, kordonlijsten en aanzetstukken. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. in licht risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.. Deurvenster geflankeerd door twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. ter hoogte van kelderverdieping, in de terrasvormende uitbouw. Begane grond met rechthoekige arduinen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. en balustradeHekwerk van spijlen of balusters., waarin deurvenster en twee rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. ; muuropeningen begrensd door zuilen. Aansluitend vanaf de tweede tot de vierde bouwlaag gestapelde trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met balkonbekroning, rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder latei en ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast. ; pseudo-balkon met leuning tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. in de tweede bouwlaag. DrielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. onder arduinen latei in de vijfde, zesde en de terugwijkende zevende bouwlaag ; centraal deurvenster in de vijfde en zevende bouwlaag ; doorlopend  balkon in de zevende bouwlaag. Deurtravee met rondboogvormige vleugeldeur onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. rustend op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. ; rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder lateien en ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast. op de verdieping.

Bronnen

Archieven
GAEtt./OW 2030 (1909), 1499 (1939).