Ontwerper(s)

Léon DEPUITSarchitect1910

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Etterbeek (DMS-DML - 1994-1997)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 13692
lees meer

Beschrijving

Woning (1910) n.o.v. arch. L. DEPUITS.

Drie bouwlagen volgens afnemende grootte + souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met verspringende muuropeningen. Gevel in rode baksteen afgewisseld door banden in witte baksteen op sokkel met rechthoekig souterrainvenster. Links rondboogopeningen ; op begane grond ingang onder arduinen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Rechts korfboogvormige deurvensters met respectievelijk borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en balkon op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. ; rondboogvormig dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met obeliskMonolithische pijler, naar boven toe smaller en bekroond met piramidale punt..

Bronnen

Archieven

GAEtt./OW 2816 (1910).