Typologie(ën)

opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak
historische lift

Ontwerper(s)

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)
  • Inventaris van de historische liften (Homegrade - DPC)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Sociaal
  • Technisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2005-2007

id

Urban : 16877
lees meer

Beschrijving

Eclectisch opbrengsthuis met centrale doorgang naar achterliggende Waterloogalerij i.o.v. Adhémar de la Hault, 1906.

Hoogste bouwlaag toegevoegd n.o.v. arch. A. Tavernier, 1946.

Vijf bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Op benedenverdieping twee winkelpuien met geboste hardstenen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en toegang op afgeschuinde hoek en centrale doorgang naar Waterloogalerij met aan weerszijden in het midden van de gang toegangsdeuren naar verdiepingen. Witstenen verdiepingen met rechthoekige tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst.. Op eerste verdieping doorlopende  geboste banden en boven doorgang langwerpig paneel tussen volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer.. Tweede en derde verdieping geleed door bundeling van monumentale Ionische halfzuilenZuil die met het muurwerk verbonden is, maar slechts over de halve dikte uitspringt. en pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. onder zwaar hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.; op elke verdieping balkons met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.: op tweede verdieping op schouderboogvormig platform en op derde verdieping op gebogen lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker.. Op vierde (en toegevoegde) verdieping kleinere tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. onder gecementeerdMet portlandcement bestrijken. en geschilderd hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met rechte kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..

Achtergevel. Vijf bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Bakstenen gevel met witstenen banden. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., vaak gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd., onder I-balkIJzeren latei met I-profiel.; op verdiepingen glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. in zijtraveeën met balkon met borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. uit gecementeerdeMet portlandcement bestrijken. baksteen met buisreling. Benedenverdieping tussen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en met brede centrale doorgang naar Waterloosesteenweg onder breed hardstenen paneel tussen volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en brede glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. in zijtraveeën. In centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op eerste verdieping en telkens twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op volgende verdiepingen. Vanaf tweede verdieping traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) tussen lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries).. Hoogste bouwlaag toegevoegd in 1946.

Interieur. In oorsprong per verdieping telkens één appartement aan voorzijde en twee appartementen aan achterzijde. Centraal en zenithaal verlicht trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht., sinds 1946 met toevoeging van een Schindlerlift.

Bronnen

Archieven
GAE/DS 315-529-531.