Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Ernest BLEROTarchitect1902

Statut juridique

Beschermd sinds 15 maart 1983, 10 juni 1993

Stijlen

Art nouveau

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2009-2011

id

Urban : 19684
lees meer

Beschrijving

Opmerkelijk geheel van twee burgerhuizen in art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession. met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., i.o.v. en n.o.v. en architect Ernest Blerot, 1902.

Maakt deel uit van een bijzonder homogene huizenrij van nr. 5 tot 13.

Getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in de vorm van verticale banden die het elan van de gevels benadrukken. Deuren onder art-nouveauboogveld met sgraffiti met plantenmotieven. Borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. eveneens met sgraffiti. Bewaard ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  deels bewaard.

Nr. 9. Gevel in witte baksteen met elementen in hardsteen en witsteen. Op hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. trapeziumvormige erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. onder dakterras.


Vilain XIIII-straat 11 (foto 2010).

Nr. 11. Gevel in witsteen met hardstenen elementen. Op hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met rechte aandaken en in tweede bouwlaag houten trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.; bekroond met klein terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op benedenverdieping glas-in-loodramen.

Deze gevels zijn van een uitzonderlijke decoratieve rijkdom. Opmerkelijk zijn de naturalistische motieven van het smeedijzeren traliewerk (balkons en souterrainvensters), de grote zorg besteed aan houtwerk van deuren en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., de complexe behandeling van de erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., en de fijnheid van de gesculpteerde details (console van erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op nr. 11).

Beschermd op 15.03.1983 (nr. 9)
Beschermd op
10.06.1993 (nr. 11)

Bronnen

Archieven
GAE/DS 309-9-11, 309-11.

Publicaties en studies
AUBRY, F., VANDENBREEDEN, J., VANLAETHEM, F., L'architecture en Belgique. Art nouveau, Art Déco et modernisme, éditions Racine, Brussel, 2006, p. 77.
BORSI, F., WIESER, H., Bruxelles capitale de l'Art Nouveau, Franse vertaling J.-M. Van der Meerschen, 2de editie., Mark Vokaer éd., Brussel, 1992 (Collection Europe 1900), pp. 103-111, 131.
Bruxelles, Monuments et sites classés, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Dienst Monumenten en Landschappen, 1994, p.137.