Onderzoek en redactie

2007-2009

 

Bekijk de weerhouden gebouwen
Straat met een onregelmatig tracé van de Waversesteenweg naar de Elsensesteenweg. Ze vormt een kruispunt met de Lang-Levenstraat en de Sans Soucistraat en een tweede met de Jules Bouillonstraat en de Kribbestraat.

Ze volgt het tracé van de voormalige chemin des Tulipes [Tulpweg] die al in 1810 bestond. Deze vertrok op de hoek gevormd door de Elsensesteenweg en de Viaductstraat en kwam uit in de Waversesteenweg ter hoogte van het cabaret ‘La Fleur d'Or'. Zijn naam verwijst naar de villa Tulipant – die genoemd werd naar het nabijgelegen gehucht Tulpplant – op hoek van de Waversesteenweg en de Viaductstraat en die al in de 17e eeuw werd vermeld. Ze werd in 1833 gesloopt voor de bouw van het zogenaamde Malibran paviljoen, dat in 1894 door de gemeente Elsene werd verworven, die het tot op vandaag in gebruik heeft.

In 1844 werd de oude chemin des Tulipes [Tulpweg] als straat ingericht door weduwe Cans, die eigenaar was van de aanpalende terreinen. Datzelfde jaar kreeg mevrouw Cans van de gemeenteraad de toelating om meerdere straten aan te leggen op haar eigendommen gelegen tussen de Viaductstraat (toen nog rue de la Croix [Kruisstraat]) en de Tulpstraat. Deze toelating, gegeven op 26.07.1844, werd enkele maanden later bekrachtigd met het K.B. van 04.11.1844 betreffende het Plan d'ensemble des rues du Collège, Sans-Souci, de la Tulipe, de Venise et du Viaduc.

De straat werd later verbreed bij K.B. van 18.07.1854, en haar niveaus werden geëgaliseerd bij de K.B. van 25.04.1851 en 14.08.1855. In het Plan d'alignement et d'expropriation par zones pour la transformation du quartier dit de Saint-Boniface […], bekrachtigd bij de K.B. van 10.05.1876 en 31.07.1877, behield de Tulpstraat haar tracé, maar werd verbreed ter hoogte van de toekomstige Hallen en dit om de omgeving ervan vrij te maken.

De oude Hallen van Elsene werden in november 1879 in aanwezigheid van koning Leopold II ingewijd. Ze bevonden zich op het terrein waar zich nu twee sociale appartementsgebouwen van de Elsense haard bevinden (square van Châtelaillon-Plage, op nr. 31-41 en Raadstraat nr. 28-30). Door hun stijl en volume doorbreken deze appartementsgebouwen de architecturale eenheid van de wijk.

De bebouwing bestaat uit eenvoudige huizen met neoclassicistische inslag, gebouwd in de tweede helft van de 19e eeuw (zie nr. 40) of soms in eclectische stijl (zie nr. 23), maar ze heeft in de loop van de 20e eeuw meerdere wijzigingen ondergaan en er werden talrijke huizen gesloopt.
In de straat bevond zich ter hoogte van het kruispunt met de Jules Bouillonstraat tevens een fabriek van elastische weefsels. Het werd gesloopt bij de aanleg van de Jules Bouillonstraat in 1880. (Culot, M. (dir.), 1980-1982, fiche 146). De straat telt enkele opbrengsthuizen met handelsruimte op de benedenverdieping die rond 1900 werden gebouwd (zie nr. 5, 7, 9 en 25). De drager van een commercieel uithangbord met drakenkop in art nouveau, die destijds werd vermeld in het Engelse tijdschrift The Studio, is blijkbaar nog de enige resterende bijdrage aan de wedstrijd voor de inrichting van handelspuien die de gemeente Elsene in 1896 organiseerde.

Bronnen

Archieven
GAE/DS 69: 292-69.
GAE/OW Historique des rues (1925).
GAE/OW 292.
GAE/OW Q3 Quartier Saint-Boniface (doos nr. 13).

Publicaties en studies
DEL MARMOL, B., DELSAUTE, J.-L., et al., Le quartier Saint-Boniface, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, 1998 (Bruxelles, Ville d'Art et d'Histoire, 23), pp. 2-10, 15, 24.
DEWEZ, M.-A., L'urbanisation du quartier Saint-Boniface (Licentiaatsthesis in de hedendaagse geschiedenis) UCL, Louvain-la-Neuve, 1982-1983, pp. 35, 37.
GONTHIER, A., Histoire d'Ixelles, Le Folklore Brabançon, Impr. De Smedt, Brussel, 1960, p. 112.
GUILLAUME, A., MEGANCK, M., et al., Atlas du sous-sol archéologique de la Région de Bruxelles:15 Ixelles, Brussel, 2005, pp. 47-48.
Ixelles, Ensembles urbanistiques et architecturaux remarquables, ERU, Brussel, 1990.
LE ROY, P., Monographie de la commune d'Ixelles, Imprimerie Générale, Brussel, 1885, p. 225.