Typologie(ën)

opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

J. RAMAEKERSarchitect1866

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2007-2009

id

Urban : 18895
lees meer

Beschrijving

Opbrengsthuis in neoclassicistische stijl met symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. met handelsruimte op benedenverdieping, architect J. Ramaekers, 1866.

Gevel in witsteen met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Muuropeningen op benedenverdieping getoogd. Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.; oorspronkelijk bekroond met driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.; twee balkons volgens verkleinende ordonnantie. Stenen borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op verdiepingen. Benedenverdieping in slechte staat: oorspronkelijk twee handelsruimten aan weerszijden van deur naar verdiepingen, elk met toegansdeur aan voorzijde. In 1938 werden uitstalramen en hun omlijsting vervangen en werden twee kleine laterale deuren aangebracht in privéingang. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. van latere datum. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  deels bewaard.

Bronnen

Archieven
GAE/DS 291-169.