Typologie(ën)

tramstelplaats

Ontwerper(s)

Willy VAN HOVEarchitect1941

INCONNU - ONBEKEND1896

INCONNU - ONBEKEND1923

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Inventaris van de Industriële Architectuur (AAM - 1980-1982)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Wetenschappelijk
  • Technisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2011-2013

id

Urban : 21494
lees meer

Beschrijving

De remise is een complex dat vanaf 1884 geleidelijk werd gebouwd op een terrein gelegen langs de Renbaanlaan en de Burgemeesterstraat.

Geschiedenis
Toen Félix Vellut, een ingenieur uit Sint-Gillis, bij K.B. van 11.02.1884 de concessie voor de stoomtram in Elsene kreeg, richtte hij op 01.05.1884 de naamloze vennootschap Chemin de fer à Voie étroite de Bruxelles à Ixelles-Boondael op, met de participatie van de Compagnie générale des Railways à voie étroite.

De maatschappij exploiteerde toen vijf lijnen die haar waren vergund, en twee lijnen verpacht door de Nationale Maatschappij der Buurtspoorwegen. De concessies betroffen de lijnen die aan de Naamse Poort vertrokken en ze verbonden met het huidige Sterreplein (voorheen het Klein Zwitserlandplein), met de Tervurenlaan en met de Terhulpensesteenweg (paardenrenbaan van Bosvoorde); een lijn van de Koningsstraat naar de Tervurenlaan; een lijn tussen het Sint-Joostplein en Tervuren. De eerste drie lijnen werden geopend op 14.07.1884.

De maatschappij Chemin de fer à Voie étroite de Bruxelles à Elsene-Boondael liet aan de Renbaanlaan de nog altijd bestaande remise bouwen. Ze omvatte toen kantoren, stelplaatsen voor de locomotieven en de wagons, en reparatie- en onderhoudsateliers. Al vanaf het begin kon een honderdtal rijtuigen worden gestald dankzij acht sporen. Door opeenvolgende uitbreidingswerken vergrootte de oppervlakte van de remise, tot ze 47 sporen had. De remise bereikte uiteindelijk een lengte van zes kilometer en kon 550 rijtuigen stallen.

Renbaanlaan 158, plan van de remise, GAE/DS 168-158 (1884).

In de jaren 1887-1889 werd overgeschakeld op elektrische tractie, die in de jaren 1890 geleidelijk op het hele net werd ingevoerd – met het oog op de Wereldtentoonstelling werden de lijnen van Tervuren en Bosvoorde in 1897 geëlektrificeerd.

Om de trams van stroom te voorzien, werd in 1896 in de remise aan de Renbaanlaan een elektriciteitsfabriek gebouwd. Deze fabriek (die nog altijd bestaat) en de gehele elektrische uitrusting van de maatschappij werden toevertrouwd aan de maatschappij Électricité et Hydraulique uit Charleroi.

In 1899 werd de maatschappij Ixelles-Boondael opgeslorpt door Tramways bruxellois (1874), dat de exploitatie van de remise en van het rollend materieel en de vaste installaties (kantoren, ateliers, opslagplaatsen, sporen, enz.) overnam.

Tussen 1900 en 1913 liet de maatschappij verscheidene verbouwings- en uitbreidingswerken uitvoeren, met onder meer de bouw, in 1900, van een kantoorgebouw rechts van de toegang aan de Renbaanlaan (gesloopt om plaats te maken voor het huidige gebouw uit 1941), en in 1906 de laterale uitbreiding naar de Burgemeesterstraat (die nog altijd bestaat), stallen (paardentractie bestond nog naast de elektrische tractie tot in 1914) en een nieuwe stelplaats voor wagons. In 1913 werden de hallen naar de Boondaalsesteenweg uitgebreid.

Het technisch en administratief gebouw rechts van de hoofdingang, met voorzijde aan de Renbaanlaan, dateert van 1941 (n.o.v. architect Willy Van Hove). Het vervangt een ouder gebouw uit 1900.

Beschrijving
Elektriciteitscentrale
Op nr. 158, links van de hoofdingang, voormalige elektriciteitsfabriek (1896) bestaande uit een rechthoekige hal in baksteen met hardstenen elementen en een zichtbare metaalstructuur. TopgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt., langs de laan voorzien van twee brede vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. met metalen raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. (vervangen volgens hetzelfde profiel als de oude). Oorspronkelijk was de benedenverdieping enkel in het midden voorzien van een gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. muuropening die nu dichtgemetseld is. De deur rechts is van latere datum (1909).
Aan de binnenplaats, lange zijgevel van tien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) waarvan enkel de eerste vijf nog hun oorspronkelijke uitzicht hebben (baksteen en zichtbare metaalstructuur); ze zijn voorzien van hoge rechthoekige muuropeningen met metalen raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met roedeverdeling. TrapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. achteraan.

Renbaanlaan 158, voormalige elektriciteitsfabriek, opstand aan de Renbaanlaan, GAE/DS 168-158 (1896).

In het verlengde van de voormalige elektriciteitscentrale, hangar van twaalf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en twee bouwlagen.

Bedrijfsgebouw
Rechts van de hoofdingang, administratief en technisch gebouw (nr. 170), n.o.v. architect Willy Van Hove, 1941.

Renbaanlaan 170 (foto 2012).

Drie bouwlagen onder plat dak, in beige baksteen met hardstenen elementen. Aan de laan, verdiepingen die bijna volledig door een gebogen gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. worden ingenomen. Aan de binnenplaats en aangebouwd tegen de zijgevel, bijgebouw van één bouwlaag onder plat dak. Gevels met venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., de meeste in registersVensterstrook in een topgevel..

Stelplaatsen
De stelplaatsen bestaan uit een reeks van zes hangars waarvan de topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. aan de achterzijde van de binnenplaats één lijn vormen (de zesde is niet van de openbare weg te zien).
De drie centrale hallen zouden de oudste zijn – ze staan op het plan van aanleg van de remise gedateerd 1884. De interieurs zijn grondig gewijzigd tijdens de renovatie van de site begin jaren 1990. Oorspronkelijk waren ze overdekt met een houten geraamte ondersteund door gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuilen. Hun topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. zijn bekleed met pvc. De andere hallen links en de hal rechts, die niet van de openbare weg te zien is, zijn overdekt met een metalen structuur met twee hellende vlakken (centraal daklicht dat ook voor verluchting zorgt), rustend op gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuilen. Ze zijn het resultaat van uitbreidingen van latere datum.
Deze stelplaatsen strekken zich uit tot aan de Boondaalsesteenweg (1913), waar ze worden afgesloten door een bakstenen afsluitmuur, met twintig traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. muuropeningen, waaronder vier hogere centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met onder de dakrand het opschrift “Tramways bruxellois”.

Laterale remise
Dak geschraagd door een metalen geraamte. De topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. achter aan de remise in de richting van de stelplaatsen is bovenaan ook beglaasd.

Laterale remise aan de Burgemeesterstraat
Hangar van twee bouwlagen onder dak. Eigendom afgesloten door een bakstenen muur met hardstenen elementen gebouwd in 1923. Vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met ter hoogte van de tweede bouwlaag drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. – herinnerend aan de typische architectuur van de tramremises uit begin 20e eeuw (zie bijvoorbeeld de remise van de naamloze vennootschap Les Tramways bruxellois gelegen Koningslaan nr. 19 in Sint-Gillis, 1900).

Bronnen

Archieven
GAE/DS 168-158, 168-170.

Publicaties en studies
COSAERT, É., DELMELLE, J., Geschiedenis van het openbaar vervoer te Brussel. Deel 1. De Belle Epoque, Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel (STIB-MIVB), Brussel, 1976, pp. 146-151, 193-205, 224.
CULOT, M. (o.l.v.), Ixelles. Inventaire visuel de l'architecture industrielle à Bruxelles, AAM, Brussel, 1980-1982, fiche 89.
JACQUEMYNS, G., Histoire contemporaine du Grand Bruxelles, Brussel, 1936, pp.214-221.
Petite histoire du transport public à Bruxelles, Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel, 2007, pp. 2-8.

Tijdschriften
ROBEYNS, M., “Les premiers trams à Ixelles”, Mémoires d'Ixelles, 9, 1983.