Typologie(ën)

kinderbewaarplaats
school

Ontwerper(s)

Fernand SYMONSarchitect1911

Fernand SYMONSarchitect1934

Statut juridique

Beschermd sinds 28 april 2011

Stijlen

Eclectisme met pittoresk karakter

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2009-2011

id

Urban : 19520
lees meer

Beschrijving

Kinderkribbe en bewaarschool in eclectische stijl met pittoreske inslag, n.o.v. architect Fernand Symons, gedateerd met ‘1911' op de centrale topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. (nr. 9-11-13). Ze werd in 1934 door dezelfde architect uitgebreid met een huishoudschool (nr. 5-7).

Het architecturale programma van de kinderkribbe Le Nid was in het begin specifiek gericht op deze functie, zoals blijkt uit de materiaalkeuze en de interne organisatie van het gebouw. Het is een esthetisch en functioneel geheel in eclectische stijl met elementen van de cottagestijl (houtwerk, portiek) en van de Vlaamse renaissance (topgevel, dakkapellen…). De ornamentatie ligt voornamelijk in haar polychrome materiaalgebruik.
Architect Fernand Symons was een veelzijdig architect die ook actief was in de gemeentepolitiek van Elsene. Hij was ook de drijvende kracht achter liefdadige organisaties zoals de kinderkribbe Le Nid, waarvan hij voorzitter was, of van L'Adoption dat oorlogsslachtoffers opving.

Beschrijving
Nr. 9-11-13. Gebouw met kenmerkend halfrond grondplan rond korte hellende tuin, afgesloten met een muurtje en hekwerk.
Gevel in rode baksteen met elementen in hardsteen en decor van witte baksteen op hoge onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. Kribbe bestaande uit hoofdvolume van twee bouwlagen onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is., geflankeerd door twee concave vleugels van één bouwlaag, die doorlopen tot aan de rooilijn van de straat. Hoge schilddakenDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. met aan tuinkant kleine dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder tentdak.

Kinderkribbe [i]Le Nid[/i], <a href='/nl/glossary/157' class='info'>loggia<span>Overdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw.</span></a> (Prentbriefkaartverzameling Dexia Bank).

In hoofdvolume drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.; dat van benedenverdieping onder luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. (lessenaarsdak). PuntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met sgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). (vrouw die drie kinderen voedt, verwijzend naar bestemming van gebouw, en jaartal); bekroning met bas-reliëf met els, symbool van Elsene.

Zijvleugels telkens met zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Grote venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder I-balkIJzeren latei met I-profiel.. Voorafgegaan door portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met kunstig bewerkte houten pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) onder lessenaarsdakDak bestaande uit één hellend dakvlak. en met houten borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..
Kopgevels van zijvleugels met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), geritmeerd door lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries). die met elkaar verbonden zijn door boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen.. Groot centraal dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is..

In achtergevel Engelse koer die souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. verlicht (getoogde vensters).

Achteraan bijgebouw van één verdieping voor de bewaarschool; daarvoor speelplaats die thans deels afgesloten is. Gevels in baksteen met elementen in hardsteen en witte baksteen. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder tentdak verdwenen.

Schrijnwerk en ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. bewaard.

Kinderkribbe [i]Le Nid[/i], wiegzaal (Prentbriefkaartverzameling Dexia Bank).

Interieur
Op benedenverdieping van hoofdvolume kantoor van directrice, keuken en personeelsrefter, alle uitgevend op hal; op verdieping privéappartement van directrice. In zijvleugels ruimten voor onthaal van de kinderen (‘wiegzaal', speelzaal, linnenzaal… …); zolderkamers oorspronkelijk ingericht als kamers voor weeskinderen. Ze zijn bereikbaar via een eenvoudige houten trap.
Vloer met twee verschillende bekledingen: rode en witte tegels (refter, keuken, loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw., kinderbewaarplaats) en parket (kantoor, ‘wiegzaal', badkamers,…). Onderkant van muren bekleed met lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … in keramische tegels met geornamenteerde friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…)., naargelang ruimte met geometrische, florale of kindermotieven (laatste motief in portiek).

Nr. 5-7. Gebouw in 1934 ontworpen door dezelfde architect. Zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in rode baksteen met elementen in hardsteen en witte baksteen. Op verdieping blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met stenen bekroning. Vier centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) hoger en drie daarvan met inscriptie in steen ‘CRÈCHE ROYALE "LE NID"'. Op benedenverdieping rechthoekige muuropeningen; twee toegangsdeuren, boven die van links inscriptie ‘ÉCOLE MÉNAGÈRE' en uitgevend op sas dat gebouw met hoofdgebouw verbindt. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .

Beschermd op 28.04.2011

Bronnen

Archieven
GAE/OW 47 map Construction d'une crèche, d'une garderie et d'une école ménagère. Rues de l'Aunaie et du Presbytère = Rues du Nid et A. de Witte.

Publicaties en studies
AMAND, M., Fernand Symons (mémoire en architecture), La Cambre, Institut supérieur d'architecture de l'État, 1984-1985.
HAINAUT, M., BOVY, Ph., Ixelles-Village et le quartier des Étangs, Gemeente Elsene, Brussel, 1998 (À la découverte de l'histoire d'Ixelles, 3).