Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Léon JANLETarchitect1910

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2005-2007

id

Urban : 16753
lees meer

Beschrijving

Beaux-Artswoning met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. gesigneerd en gedateerd op benedenverdieping ‘Leon Janlet / archte 1910'.

Maakt deel uit van homogeen eclectisch geheel van nr. 83 tot 99-101.

Witstenen gevel op hardstenen plint. Korf- of rondboogvormige muuropeningen. ToegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. van vijf bouwlagen met opengewerkte smeedijzeren deur onder schouderboogvormig entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.; venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op verdiepingen binnen licht vooruitspringend muurvlak en met gebeeldhouwde sleutels; hoogste vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. in hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. en geflankeerd door vleugelstukken. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. van vier bouwlagen met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op benedenverdieping; gebogen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met afgeronde hoeken op gebeeldhouwde lampettenNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker. en dito consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.; op tweede verdieping drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met centrale glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. naar terras met balusterborstwering; op derde verdieping drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met enkel voor centrale glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. balkonnetje met dito borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..

Bronnen

Archieven
GAE/DS 213-83.