Onderzoek en redactie

2009-2011

 

Bekijk de weerhouden gebouwenRechtlijnige straat van Gedachtenissquare naar Boondaalsesteenweg. Ze vormt een kruispunt met de Guillaume Stocqstraat en de Antoine Labarrestraat die allebei eveneens uitgeven op de Boondaalsesteenweg.

Ze werd aangelegd in het kader van het Plan d'expropriation par zones pour l'aménagement des abords des étangs et pour l'ouverture de plusieurs rues aboutissant à l'avenue Louise, à la chaussée de Boondael, à la place Sainte-Croix et à l'ancienne abbaye de la Cambre dat werd goedgekeurd bij K.B. van 22.08.1873 (opgesteld door inspecteur der wegen van de buitenwijken van Brussel Victor Besme en directeur van Openbare Werken van Elsene Louis Coenraets). De aanleg van de wegen en de vijvers werd uitgevoerd door de Société de l'Avenue Louise – eigenaar van de terreinen beneden de rotonde van de Louizalaan –, en dit volgens een akkoord met de stad Brussel en de gemeente Elsene, die sinds 1871 de meeste van deze gronden in hun bezit hadden.

[i]Plan vu et approuvé pour être annexé aux délibérations du Conseil communal en dates des 28 janvier et 16 avril 1873[/i], goedgekeurd bij K.B. van 22.08.1873, GAE/OW 296 (1873).

Net als de omliggende straten is ze genoemd naar een openbaar mandataris van Elsene, in dit geval Guillaume Macau (Doornik, 1795–Elsene, 1863). G. Macau was van 1830 tot 1864 gemeenteraadslid en tevens voorzitter van de Commission administrative des Hospices civils [Bestuurscommissie van de burgerlijke gasthuizen] of het Hospice Van Aa, waarop de laan aan het einde uitgeeft (zie Boondaalsesteenweg nr. 94). Zijn vader Louis was van 1871 tot 1880 burgemeester van Elsene.

Het aspect van de laan is sinds het begin van de 20e eeuw weinig veranderd, net zoals de rest van de wijk van de vijvers. De eerste huizen dateren van 1900 en werden gebouwd door een klein vastgoedbedrijf opgericht door een zekere Moreau, die de plannen liet tekenen door architect Gaston Sion (zie nr. 15 tot 25; zie ook nr. 27, van 1900). Het betreft een erg traditioneel geheel in eclectische stijl. Daarna werden de bouwaanvragen tot in het midden van de jaren 1920 geleidelijk aan ingediend (zie nr. 29 en 31).

De laan is overwegend bebouwd met burgerwoningen, het merendeel in eclectische stijl. Aan weerszijden van de laan vormen ze opmerkelijk coherente architecturale gehelen; deze homogeniteit wordt aan pare kant doorbroken door een appartementsgebouw van 1969 (nr. 18: architect A. Balcaen).

De onpare kant van de laan begint met twee gebouwen in art nouveau, in 1907 ontworpen door Edmond Delune (zie nr. 3 en 5). De architect ging hier zelf wonen, dat wil zeggen vlakbij het ouderlijk huis in de Guldensporenlaan, dat enkele jaren voordien was ontworpen door zijn broer Léon (zie Guldensporenlaan nr. 3). Op het nr. 34 van de G. Macaulaan liet Léon Delune eveneens een huis met art nouveau elementen bouwen; het getuigt van het typische idioom van de architect, dat wordt gekenmerkt door nauwelijks gesculpteerde stenen elementen als consoles of postamenten (zie dit nummer). Léon en Edmond ontwierpen talrijke huizen in de wijk, en vooral in de Guldensporenlaan waar de meeste huizen die tussen 1890 en 1905 werden gebouwd van hun hand zijn. In diezelfde periode nam hun broer Ernest de bouw van vrijwel alle huizen in de Dalstraat, op de andere oever van de vijver, voor zijn rekening (zie deze straat). Even later, in 1910, bouwde hij in de G. Macaulaan een herenhuis in Beaux-Artsstijl (zie nr. 33) en een grote villa in pittoreske stijl voor journalist en essayist Fernand Neuray (zie nr. 45). In het begin van de jaren 1910 vroeg een zekere Lucie Hellmich hem een kunstenaarswoning te ontwerpen gecombineerd met een atelier voor afgietsels. Deze woning is thans gesloopt en vervangen door een appartementsgebouw (nr. 37: architect Camille Vande Velde, 1971).

Guillaume Macaulaan, huis en kunstenaarsatelier ontworpen door architect Ernest Delune (gesloopt), opstand, GAE/DS 159-37 (1912).

Het opbrengsthuis met handelsruimte op de benedenverdieping op de hoek met de Renbaanlaan (nr. 1) is het enige gebouw met neoclassicistische inslag. Het betreft de vrijwel identieke reconstructie (architect Yves Dumont, 1990) van een gebouw van rond 1900.

Guillaume Macaulaan 1, s.d (Prentbriefkaartenverzameling Dexia Bank).

Naar de in 1873 getekende overeenkomst tussen de gemeente Elsene en de Société de l'Avenue Louise, bevindt zich voor de huizen een non-aedificandi zone voor de aanleg van voortuinen die bijdragen aan het groene en pittoreske karakter van de wijk van de vijvers. Deze voortuinen zijn afgesloten met een hek, dat bij sommige huizen nog is bewaard.

In het perspectief van de straat en uitgevend op de vijver bevindt zich een bronzen buste van koning Albert I in militair uniform. Het staat op een sokkel in plavuizen en blauwe hardsteen. Het werd ontworpen door de beeldhouwer Victor Demanet (Givet, 1895 – Elsene, 1964) en in 1925 ingehuldigd. Een identiek beeld tooit de square Albert Ier in Vichy, Frankrijk.

Bronnen

Archieven
GAE/DS 1: 168-2, 159-1; 18: 159-18; 37: 159-37.
GAE/OW 159.
GAE/OW Historique des rues (1925).

Publicaties en studies
DUQUENNE, X., L'avenue Louise à Bruxelles, Xavier Duquenne éd., Brussel, 2007.
DEROM, P., Les sculptures de Bruxelles. Catalogue raisonné, Patrick Derom Gallery, Bruxelles, 2002, p.94.
HAINAUT, M., BOVY, Ph., Ixelles-Village et le quartier des Étangs, Gemeente Elsene, Brussel, 1998 (À la découverte de l'histoire d'Ixelles, 3).
Ixelles, Ensembles urbanistiques et architecturaux remarquables, ERU, Brussel, 1990, pp.81-88.
Le quartier des étangs d'Ixelles, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 1994 (Bruxelles, Ville d'Art et d'Histoire, 10).

Tijdschriften
DELABY, E., ‘Les personnalité inhummées au cimetière d'Ixelles (fin)', Mémoire d'Ixelles, 21, 1986, s.p.