Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1912
Stijlen
Eclectisme
Art nouveau
Inventaris(sen)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2005-2007
id
Urban : 17041
Beschrijving
Huis met elementen van Wiener SezessionVan 1897 tot ca. 1914, Oostenrijkse strekking binnen de geometrische art nouveau., 1912.
Drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), bekroond met gewelfde topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. In tweede bouwlaag doorlopend balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op verdiepingen tussen lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries).; venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met afgeknotte hoeken.
Grote hal en trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. in centrum van huis, uitgevend op groot vertrek vooraan en vertrek achteraan.
Drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), bekroond met gewelfde topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. In tweede bouwlaag doorlopend balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op verdiepingen tussen lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries).; venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met afgeknotte hoeken.
Grote hal en trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. in centrum van huis, uitgevend op groot vertrek vooraan en vertrek achteraan.
Bronnen
Archieven
GAE/DS 139-68.