Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Pol DE BAERDEMAEKERarchitect1913

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Inventaris van sgrafitti (GERPM)
  • Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Technisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2005-2007

id

Urban : 17056
lees meer

Beschrijving

Geheel van vier huizen in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. gesigneerd en gedateerd op gevel ‘Pol De Baerdemaeker/ Arch. 1912' of ‘Pol De Baerdemaeker/ Arch. 1913'.

Gevels verschillend. Drie of vier bouwlagen. In tweede bouwlaag bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. bekroond met terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op verdiepingen drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. of vier gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur..

Nr. 121. Gevel van vier bouwlagen in Euvillesteen, 1912. . IJzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. in geometrische art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession.. Bewaarde smeedijzeren deur. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roedeverdeling. Brede kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..

Nr. 123.. Bakstenen gevel met elementen in witsteen van Euville (banden, benedenverdieping), 1912. Op bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. en in hoogste bouwlaag sgraffiti, motieven: vrouwelijke profielen en guirlandes. Op benedenverdieping groot vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. stijl. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling. Brede kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..

Nr. 125. Witstenen gevel. Benedenverdieping met doorlopende  schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.; rechts smeedijzeren deur. In hoogste bouwlaag drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met in zijvensters oculusvormige impostvenstersVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.. MansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken..

Nr. 127. Gevel in steen van Euville, 1913. Benedenverdieping met doorlopende  schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. met rondboogvensters, geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met balustersVaasvormige spijl van een borstwering.. Smeedijzeren deur en schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roedeverdeling bewaard.

Bronnen

Archieven
GAE/DS 139-121; 139-123; 139-125; 139-127.

Publicaties en studies
Inventaire des sgraffites. Ixelles, GERPM – SC ASBL, s.l., s.d., fiche IX 31.