Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Adolphe PUISSANTarchitect1923

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2005-2007

id

Urban : 16829
lees meer

Beschrijving

Geheel van twee Beaux-Artswoningen i.o.v. dezelfde opdrachtgever en n.o.v. arch. Adolphe Puissant, 1923.

Drie bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. en twee (nr. 4) tot drie (nr. 6) traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Oranjekleurige bakstenen gevel met witstenen elementen op hardstenen sokkel. Meestal schouderboogvensters; op derde verdieping onder doorlopende  witstenen band. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. MansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Bewaard smeed- en schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roedeverdelingen.
Interieur. Telkens centrale en zenithaal verlichte hall. Op eerste verdieping telkens één of meerdere bureau's.

Nr. 4. Twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Op benedenverdieping getralied korfboogvenster naast deels opengewerkte houten vleugeldeur. Op eerste verdieping glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met achivolt, sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en gebogen balkonnetje met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op tweede verdieping.

Nr. 6. Drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Benedenverdieping in witstenen bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen). met opengewerkte houten deur tussen zijvensters, getralied vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en brede poort met getraliede zijvensters onder gemeenschappelijke geajoureerde I-balkIJzeren latei met I-profiel.. In zijtraveeën van verdiepingen resp. glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met breed gebogen balkon en witstenen bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. met leien dakje telkens onder gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder zwaar entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en vooruitspringend muurvlak met tweeledig schouderboogvenster op cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met guirlandes.

Bronnen

Archieven
GAE/DS 138-4; 138-6.