
© Reproductierecht onder strikte voorwaarden

© Reproductierecht onder strikte voorwaarden

© Reproductieverbod

© Reproductieverbod

© Reproductieverbod
Identificatie
- ID
- 16401
Administratieve gegevens
- Onderzoek en redactie
- 2005-2007
Kenmerken
- Ontwerper(s)
- Jean DIERICKX (1911 - architect)
- Typologie(ën)
- Opbrengsthuis
- Stijl(en)
- Eclectisme
Beschrijving
Monumentaal geheel van twee opbrengsthuizen in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl i.o.v. Gustave Laubach en n.o.v. arch. Jean Dierickx, 1911.Oorspronkelijke winkelpuien op nr. 1-3 en nr. 60 verbouwd en geïntegreerd bij appartementen door dezelfde arch. in 1917.
Vier bouwlagen waarvan tweede als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen.. Gevel in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. met wit- en hardstenen elementen. Gebouw geleed door kolossaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., op benedenverdieping in hardsteen. Benedenverdieping met doorlopende schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met vlakke omlijsting en sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. Dito venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… vensterleuningLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. op tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen., op overige verdiepingen rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. GetandeLijst met kleine repetitieve kubusvormige elementen (tanden); guttae hebben de vorm van een afgeknotte kegel en bevinden zich eerder onder aan een console of triglief. kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst. en gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief..

Zijgevel in E. Bouilliotstraat. Één blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gevolgd door twee centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder gebogen houten frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en met doorlopende balkons op eerste en tweede verdieping. Oorspronkelijke winkelpui met centrale winkeldeur op benedenverdieping van laatste twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).

Hoofdgevel op L. Jacquetsquare. Afgeronde hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw., twee centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder klokgevelGevel waarvan de top klokvormig is.. HoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. met rondboogvensters op tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen., vervolgens vierzijdige gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. steunend op grote consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en onder koepeldakDak waarvan de buitenomtrek die van een koepel is. waarvan twee centrale venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in vierde bouwlaag onder gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… opengewerkteOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. deur binnen hardstenen omlijsting en onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.; op verdiepingen balkons met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. (gebogen op eerste verdieping), blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. op muurdamParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag. en gebogen frontonsDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. boven venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van tweede verdieping. Laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., op benedenverdieping lateraal blindZonder opening; blind venster, schijnopening. en vanaf eerste verdieping opgevat als gestapelde trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. onder leien dakje; klokgevelGevel waarvan de top klokvormig is. met geriemde œil-de-bœuf, guirlandesGehouwen of gesneden slinger van bloemen, bladen of vruchten. Als festoen, vaak met linten en opgehangen aan strikken met neerhangende uiteinden. en schouderboogvormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..

Zijgevel in F. Merjaystraat. Zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) waarvan eerste twee blindZonder opening; blind venster, schijnopening.. Centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder gebogen houten frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en met doorlopende balkons op eerste en tweede verdieping. Benedenverdieping van laatste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) verbouwd tot garage.
Archieven
GAE/DS 110-1; 110-3.
GAE/DS 110-1; 110-3.
Afkortingen | Onderzoek en redactie : 2005-2007.