Onderzoek en redactie

2007-2009

 

De Bolwerksquare ligt ter hoogte van de Naamsepoort, tussen het Marsveldplein en het begin van de Elsensesteenweg.

Hij werd in 1965 aangelegd op de bedding van de voormalige Bolwerkstraat in het kader van de heraanleg van het terrein tussen de Naamsepoort, de Marnixlaan, de Marsveldstraat en de Bolwerkstraat (Bijzonder Plan van Aanleg van 01.02.1965, herzien bij K.B. van 15.04.1970).

Op deze plaats bevond zich de Faubourg de la porte de Namur [voorstad van de Naamsepoort], op de kruising van de Elsensesteenweg en Waversesteenweg, die geleidelijk verstedelijkt was na de ontmanteling van de vesten van Brussel op het einde van de 18de eeuw.
Het terrein waarop na 1850 de Bolwerkstraat werd aangelegd, bestond destijds uit een braakliggend terrein dat de Esplanade werd genoemd en buiten de voormalige omwalling lag. Dit terrein werd als militair oefenterrein gebruikt, tot dit onmogelijk werd gemaakt door de aanleg van de nieuwe lanen, waarmee in 1829 werd begonnen. De Esplanade bleef lange tijd verwaarloosd terrein, tot het door de stad Brussel werd geannexeerd (K.B. van 23.08.1851) en zijn stadsontwikkeling begon. In deze zone verrezen talrijke gebouwen en werden nieuwe straten aangelegd, waaronder de Bolwerkstraat met een geknikt tracé waardoor twee straatgedeelten ontstonden die deels de bedding van de oude rondweg van de forten hernamen: het eerste gedeelte (voormalige rue de l'Institut [Instituutstraat]) van de Elsensesteenweg naar het théâtre Molière (zie verder), en het tweede naar het Marsveldplein.

De Bolwerksquare – en voordien de Bolwerkstraat – verwijst naar de oude militaire functie van het terrein, waar zich het bolwerk van de Naamsepoort bevond, dat zich uitstrekte tot aan de kruising van Waversesteenweg en de Elsenesteenweg en ook tot aan het begin van de Stassartstraat.

Voor de inrichting van de Bolwerksquare in 1965 werd vrijwel het hele huizenblok van de voormalige Bastionstraat gesloopt, met onder meer het café L'Horloge (op de hoek met de Marnixlaan en de Elsensesteenweg) en het Théâtre Molière (architect Seghers) dat in 1867 was ingewijd door zijn oprichter, de Franse acteur Gil Naza, alias David Chapoulade.
Het gebouw in eclectische stijl, op de hoek van de Elsensesteenweg en de voormalige Bolwerkstraat, waarin vroeger het café-restaurant L'Élite gevestigd was, bleef gespaard maar werd meermaals onherkenbaar verbouwd (Bolwerksquare nr. 1A-1B – Elsensesteenweg nr. 4-6).

Op de Bolwerksquare staat thans de Bastion Tower – voormalige AG toren (Bolwerksquare nr. 2-3-4 – Marsveldplein nr. 5-9, architect Robert Goffaux, 1967-1970). Deze toren telt 26 verdiepingen en werd in 1995-1998 radicaal verbouwd (architectenbureaus Aldo Sanguinetti, Arte Polis en BIC).

Bronnen

Archieven
GAE/OW Historique des rues (1925); GAE/OW 33.
GAE/DS 1A-1B Bolwerksquare–4-6 Elsensesteenweg: 171-2, 171-4.
GAE/DS. 2-3-4 Bolwerksquare–5-9 Marsveldplein: 62-5.

Publicaties en studies
DUBREUCQ, J., Bruxelles 1000, une histoire capitale, nr.1, Brussel, 1996-2000, pp.113-121.
GONTHIER, A., Histoire d'Ixelles, Le Folklore Brabançon, Impr. De Smedt, Brussel, 1960, pp.116-124.
GUILLAUME, A., MEGANCK, M., et al., Atlas du sous-sol archéologique de la Région de Bruxelles:15 Ixelles, Brussel, 2005, pp 44-46.
Ixelles, Ensembles urbanistiques et architecturaux remarquables, ERU, Brussel, 1990.
LE ROY, P., Monographie de la commune d'Ixelles, Imprimerie Générale, Brussel, 1885, pp.201-203.
WAUTERS, A., Histoire des environs de Bruxelles, ou description historique des localités qui formaient autrefois l'ammanie de cette ville [1855], éd. Culture et Civilisation, Brussel, 1973, p.51.

Tijdschriften
Bolwerksquare 1A-1B –Elsensesteenweg 4-6
:
Asbeste-ciment extrudé A.-C.E', AC, 1, 1967, p.XIX.
Kinet, G., ‘La tour prend grade', Neuf-Nieuw, 185-186, 1997, pp. 9-13.
Vanderstraeten, L., ‘La rénovation des immeubles de bureaux', Neuf-Nieuw, 172, 1995, pp.34-36.

‘Brique par brique, Porte de Namur', Présence de Bruxelles, 59, 1963, p.35.
HAINAUT, M., ‘Rue du Bastion: Bazar, petits Juliens et grands chapeaux', Mémoire d'Ixelles, 3, 1981, pp.8-10.