Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

Albert ROOSENBOOMarchitect1914

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2005-2007

id

Urban : 16369
lees meer

Beschrijving

Herenhuis in Beaux-Artstijl, n.o.v. arch. Albert Roosenboom, naar plannen gedateerd op 1914 en gelijkend op Bosstraat nr. 25.

Gebouwd in opdracht van Robert Altenloh, goudsmid en hofleverancier, die enkele jaren voordien de architect een vergelijkbaar, maar minder luxueus huis liet bouwen in de Bosstraat nr. 25 (zie daar).

Twee bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder indrukwekkend mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Gevel in zandsteen met talrijke elementen in hardsteen. Grote venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster., gewelfde boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. of rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft..
Op bredere toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. gewelfde gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. over hele gevelhoogte; brede koetspoort; in tweede bouwlaag drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. en in derde bouwlaag indrukwekkend stenen dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en tentdak.
Smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer., traliewerk voor venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op benedenverdieping en schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roedeverdeling. Twee registersVensterstrook in een topgevel. dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Mooie gebombeerdeGebold; welvend oppervlak dat een gelijkmatige boogwerking vertoont. vleugeldeur met getralied bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden..

Bronnen

Archieven
GAE/DS 16-219.

Publicaties en studies
VANDENBREEDEN, J., VANLAETHEM, F., Art déco et Modernisme en Belgique. Architecture de l'Entre-deux-guerres, éd. Racine, Brussel, 1996, p. 12.

Tijdschriften

DUBUISSON, E., 'Quand le style Beaux-Arts contait fleurette…', Les Nouvelles du Patrimoine, 119, 2008, pp. 25-31.

ROOSENBOOM, A., ‘Hôtel particulier, 221, rue Américaine à Bruxelles', L'Émulation, 7, 1921, pl. XIII.