Typologie(ën)

architectenwoning
burgerwoning

Ontwerper(s)

Ernest JASPARarchitect1905

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2005-2007

id

Urban : 16327
lees meer

Beschrijving

Opmerkelijk huis in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., n.o.v. en i.o.v. arch. Ernest Jaspar, 1905. Maakt deel uit van een homogene huizenrij van nr. 49 tot 63.

In gevel spel van bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. en tegenbogen. Drie bouwlagen en drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). TopgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met gewelfde aandaken en pinakelSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje.. Benedenverdieping in hardsteen. Verdiepingen in witsteen. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. of rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft.. Centrale gewelfde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., bekroond met terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., voor drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel..
Op benedenverdieping centrale toegangsdeur geflankeerd door drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. en getraliede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. In topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. en topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. versierd met festoenenAan strikken of linten opgehangen slinger van gehouwen of gesneden vruchten en loofwerk, vaak met neerhangende uiteinden., menselijke koppen en guirlandes in reliëf. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .

Bronnen

Archieven
GAE/DS 1-51.